II zijne kaden ongeschonden te bewaren. Tot onze verschooning kan wellicht slechts de overweging dienen, dat na ons komenden geen geheel billijk oordeel zullen hebben over de moeilijkheden van allerlei aard, uit welke de op zichzelf ongewenschte veranderingen resulteerden. De mogelijkheid b.v. om bepaalde stadsdeelen bouw kundig te beschermen, onderstelt eene mate van gemeenschappelijke locale welvaart, die in de werkelijkheid niet altijd te vinden is. Ter afwisseling van deze minder opgewekte beschouwingen moge ik IJ een stichtelijk voorbeeld van piëteit verhalen, waarbij de geschiedenis van Zeeland en in het bijzonder die van Walcheren, van nabij betrokken is (zie hierachterDe lotgevallen van het „miraculeuze" Maria-schilderij te Vrouwenpolder na de Hervorming). De heer J. H. Blum, overleden te Aagtekerke den 17 November 1929, heeft aan het genootschap /"1000,gelegateerd. Met, groote dankbaarheid is het legaat aanvaard. De voorzitter en de secretaris vertegenwoordigden het genoot schap bij de begrafenis van wijlen Dr. J. G. de Man te Yerseke, overleden te Middelburg den 19 Januari 1930. Dr. de Man, die jarenlang de zoölogische verzameling van het genootschap heeft beheerd, wordt met warmte herdacht in het verslag van den tegen- woordigeu conservator. Eveneens was het bestuur aanwezig bij de opening van de oudheidkamer te Hulst op 27 Juli 1929 en nam het deel aan de huldiging van den heer J. A. Frederiks, die den 28 November 1929 80 jaar werd. Het genootschap heeft het verlies te betreuren van de direc teuren de heeren J. H. Blum en Mr. J. A. Fokker, alsmede van de leden H. W. G. van Bleyswijk Bis, Prof. Dr. P. J. Blok, K. J. A. G. baron Gollot d'Escury, mejuffrouw D. E. C. Deetman, Prof. Dr. H. Y. Groenewegen, Dr. B. Hiipke, Dr. S. Heuberger, Dr. C. Hofstede de Groot, Dr. J. Hoogkamer, Dr. J. G. de Man, Mr. Dr. J. C. Overvoorde, A. Picnot, J. L. Bichei, Prof. Dr. Die trich Schafer en P. A. van Westrheene.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1930 | | pagina 6