52
de bedijkingswerken voortgezet en nog in hetzelfde jaar voltooid.
Ook de procedure werd vervolgd. Den 19 Februari 1632
werden de Ambaohtslieeren van Sint-Joosland gedagvaard om te
verschijnen voor liet Hof in den Haag ten einde zich vanwege de
heeren van Middelburg een vordering te hooren aanzeggen ter
vergoeding van alle schade, door die van Middelburg ter oorzake
van de bedijking van Sint-Joosland geleden. Die dagvaarding
luidt als volgt: „Uit krachte van zekere opene letteren van man-
daineut van raainctenue van mijne Ed. Mog. Heeren van den
Provincialen Rade van Holland in date den 19 Februari 1632,
aan de margine van welke deze mijne relatie is geannexeerd; Zoo
heb ik Jacob Cornelisse, deurwaarder van den voorschreven Rade,
resideerende binnen der stad Middelburg in Zeeland, ten verzoeke
van de Heeren Tresoriers der voors. stad, impetranten, op den
24en der voorschreven maand mij gevonden en getransporteert
ter domicilie van de heeren Johan Knuijt, eerste en representerende
d'Edelen in de Staten van Zeeland, den rekenmeester Elfsdijk en
den heer Reijgersberge, Rentmeester-Generaal van Zeeland Bewester-
Schelde en hare consorten, eigenaars van de schorre Sint-Joosland,
bekomen hebbende octrooi om 't selve schorre te mogen bedijken
uit den name en van wegen de Hooge Overheid en Graaflijkheid
van Holland, Zeeland en Friesland; naer dat ik mij hebbe geïn-
formeert van de possessie vel quasi 'd impetranten, in den
geroert, competeerende, dezelve in dien gevalle gehouden en ge-
mainteneert in hare vreedsame possessie vel quasi van 't schorre
met den aanwas van dien. En heb de voornoemde heeren ge-
daagdens van wege als boven belast en bevolen alle turbel, hinder,
crot en letsel d'impetrauten in de voorschreven possessie vel
quasi gedaan, costeloos en schadeloos af te doen, interdiceert dezelve
van gelijken meer te doen, en in cas van oppositie hebben de
heeren gedaagdens vanwege als boven gedagvaart te komen en
1) Oud-A.rchief van Middelburg. Stukken betreffende de bedijking van den
Stinckaert en andere, 1603 —1739.