55
informatie overbrengende. En relateert uw wedervaren. Gegeven in
den Hage onder 't zegel van Justitie den 19 Eebruari anno 1632.
Onderstond: Bij mijnen heeren den Gouverneur, mitsgaders pre
sident en raden over Holland, Zeeland en Vriesland, en was
onderteekendCorns Rosa".
Den 30en Juni 1633 diende de zaak voor het Hof van Holland
blijkens liet volgende. x) „Op den dag van lieden compareerden
voor den Hove van Holland Johan van Rijn als procureur van
de lieeren Thesauriers der stad Middelburg, impetranten in cas
van maintenue, die hadden doen dagvaarden de heeren Johan Knuijt,
eerste en representeerende de heeren in de Staten van Zeeland,
Johan Huijssen en den heer Van Tienhoven, Gecommitteerde Raden
van de Ed. Mog. Heeren Staten van Zeeland, den rekenmeester
Elfsdijk en den heer Reijgersbergen, Rentmeester-Generaal van
Zeeland Bewester-Schelde, en consorten, bedijkers van de schorre,
genaamd Sint-Joosland, en doende eisch; concludeerde dat de
heeren impetranten gestijft en gesterkt zouden worden in de
possessie vel quasi van 't gors den Stinckaert met de aan
wassen van dien breeder in 't voorschreven mandement gemen-
tionneerd, strekkende ter halver Sloe of kreek genaamd Crancktije,
loopende tusschen de voorschreven twee gorsen de Stinckaert en
Sint-Joosland, uit het diep voor Welsinge uit den westen oostelijk
en voorts met een kromte een stukweegs noord-oost en dan voorts
oostop een eindeweegs en dan verder noord-oost tot op de plate,
Dansich genaamd, leggende in het Slaeck, en zulks ook van den
grond, waarop aan de noord en noord-west en westzijde van de
voorschreven strekkingen, bij de gedaagdens geleit in den dijk van
't voorschreven Sint-Joosland en van de landen daarbinnen begrepen,
aan de noord, noordwest en westzijde van 't voorschreven Sloe of
kreek, genaamd Crancktije, op de kaart van Pieter Gillissen, ge
zworen landmeter, den 15 Maart 1632 van de voorschreven gorssen
1) Oud.-Archief van Middelburg. Stukken betreffende de bedijking van den
Stinckaert en andere; 16031739.