62
37e. Daartegen de gedaagdens, bij verscheiden onwaarachtige
en ongefundeerde middelen redoubleerende 't interdict.
38e. Reconventie gedaan in 't zelve cas geconcludeert mede
provisie verzocht en in de conventie geantwoord en geconcludeerd
hebben naar hunne fantasye, alsmede apud acta.
39e. En de zaak op alles voldongen wezende, zijn partijen
geappoincteert dezelve te beschrijven bij eisch, antwoord, repliek
en dupliek en dezelve met de verificatiën van dien te dienen
onder den Hove.
40e. Dienvolgende dient den voornoemden van Rhijn in den
name als voren van de zijnen wel gefundeerden eisch.
41e. Presenterende van den inhoud van dien zooveel te dedu
ceren als tot der iinpetranten intentie noodig wezen zal, zonder
hen te adstringeren tot overtallige preuve, daarvan bij dezen
protesterende.
En concludeert zoo in conventie als reconventie, gelijk apud
acta gedaan is, en was onderteekend: D. de Jonghe."
Tegen dezen eisch van de Tresoriers van Middelburg verweerden
de Ambachtsheeren van Sint-Joosland zich met het volgende t)
„Antwoord met middelen, den Hove van Holland overgegeven
bij of vanwege de heeren Ambachtsheeren en bedijkeren van Sint-
Joosland, gedaagdens bij mandament van mainctenue en bij re-
doublement van interdict, eischers in reconventie ter eenre, op
en tegen zekeren frivolen eisch met middelen, denzelven Hove
overgegeven bij of van wege de heeren Tresauriers der stad
Middelburg in Zeeland, impetranten en verweerders respective ter
andere zijde.
Ie. Om welk antwoord te fondeeren zeit Willem van Ravesteijn
als procureur van de voornoemde gedaagdens waarachtig te wezen,
dat eertijds, te weten op den lOen dag van October 1395 ge
maakt en opgericht is zeker accoord en verdrag.
2e. Tusschen h.l. memorie Hertog Albert van Beijeren als
Graaf van Zeeland ter eenre.
1) Als vorea. Stukken betreffende den Stinckaert enz.