69
90e. Hebbende 't zelve diep geloopen uit het diep, komende
van Welsinge naar Arnemuiden,
91e. Eerst oost noord-oost op,
92e. En voorts draaiende noord-oost ten noorden of daar
omtrent,
93e. Komende zoo met een kromte langs de plate, genaamd
de Wolsack, tot in 't Slaeck voor Arnemuiden.
94e. Recht tegenover de molen, staande op den dijk een weinig
bewesten de stede van Arnemuiden,
95e. Hebbende zij gedaagdens altijd gepossideert, zoo zij ge-
daagdens alsnog zijn possiderende alle de gronden, gelegen tusschen
het voornoemde Slaeck voor Arnemuiden en liet voorschreven
Slickgat.
96e. Welk Slickgat geloopen heeft ter plaatse gedesigneert in
de kaarte bij Adriaan Smallegange landmeter ter requisitie van
de heeren gedaagdens in dezen gemaakt. 1)
97e. En of 't waar mag zijn, dat het voorschreven Slickgat is
komen te verlanden,
98e. Zulks dat de voorschreven respective gronden aan mal
kanderen zijn verheelt en geconsolideert,
99e. Zoo wordt evenwel ontkent, dat de impetranten eenige
gronden aan de oost of noord-oostzijde van dien zouden he'oben
gepossideert of alsnog possideren.
100e. Als notoir zijnde, dat dezelve gronden van alle oude
tijden bij een ieder zijn gekend en gehouden voor een gedeelte
van Sint-Jooslandt.
101e. En over zulks ook gepossideert bij de heeren gedaagdens
en hare voorsaten.
102e. Wraarmede passeerende den inhoud van het 4e artikel
der voorschreven eisch, gedragen hun tot den inhoud van dien.
103e. Zeggen de gedaagdens op de navolgende 5e, 6e, 7e en 8e
artikelen der voorschreven eisch, gedragende hun tot den inhoud
van dien.
1) Zie de kaart van A. Smallegange a°. 1633, voornoemd.