95
of kreke tussolien Sint-Joosland en den Middelburgschen polder,
beide voornoemd, dienende tot scheit beider dijkagie, waarover
tusschen de Heeren Paulus van de Perre, oud burgemeester, en
Jacques van Millegem, thesaurier en raadsman der stede Middelburg,
als gecommitteert en geauthoriseert bij burgemeesters, schepenen en
raden der voorschreven stede, ter eenre en de Heeren Jeronimus van
Thuijl van Serooskerke, Heer van Tienhove, gecommitteerde raad
van de Ed. Mog. Heeren Staten van Zeeland, en Mr. Jacob
Campen, oud burgemeester der stede Vere en rentmeester van 't
extraordinaire in den lande van Walcheren en Noord-Beveland,
als gecommitteerde van de gemeene ainbachtsheeren van 's-Heer-
Arendskerke, in die qualiteit Heeren van Sint-Joosland, en hen
voor denzelven sterk makende ter andere zijde, na genomen inspectie
en daarop gehoord hebbende dijkgraaf en gezworens van Sint-
Joosland, mitsgaders ook oude varende luiden, landluiden en stel-
lenaars, lang zoo tot Arnemuiden als in Sint-Joosland en bevorens
de indijking op de slijckeu respective gewoond hebbende, geaccordeert
en verdragen is volgens het scheid, begrepen in 't verbaal, daar
van gemaakt bij twee gezworen landmeters Jacob Pietersen en
Hubregt Smallegange van dato 28 November des jaars 1644,
hier van woorde tot woorde geinsereert, als volgt:
Eerstelijk beginnende van oosten in aan den nieuwen oostdijk
van den Middelburgschen polder van het midden van de groote
kreek buiten den noorddijk van Sint-Joosland, geteekend op de
kaarte met de letter A, loopende van daar langs de halve kreke
tot aan een paal, aldaar gesteld en geteekend met de letter B,
loopende van daar volgens de gestelde palen tot aan den grooten
dam, geteekend met de letter CD, alwaar een nieuw gedolven
dulve zal worden gelegd, en van daar langs de halve groote kreke
tot aan den nieuwen westdijk van den Middelburgschen polder,
geteekend met de letter E, en hebben bevonden dat het land,
aankomende de Amhachtsheeren van 's-Heer-Arendskerke achter
volgens het voorschreven bescheid, gemeten zijnde overal ter halver
delve en aan de kreke tot aan het water, gelijk hetzelve in den