108 bedijking eene dure onderneming zal zijn geweest-, daar voor het verkrijgen van slechts 617 gemeten land een zeedijk rondom over het schor moest gelegd worden ter lengte van ongeveer 8150 meters, deed zich reeds spoedig de gunstige omstandigheid voor, dat in 164-1 de Middelburgsche polder werd bedijkt, waardoor het noord-westelijk dijkvak van den Sint-Jooslandpolder ter lengte van ongeveer 2510 meters van zeedijk binnendijk werd. Vervolgens werd door de indijking van den Nieuwerkerke- polder in 1661, ook het noordelijk dijkvak ter lengte van 640 meters een binnendijk, en reeds een tiental jaren later werd door de bedijking van den Nieuw-Sint-Jooslandpolder in 1671, de polder geheel van de zee afgesloten. Slechts veertig jaren na de indijking was alzoo de polder van een buitenpoldcr een binnen- polder geworden, en daardoor van alle zeewerken ontheven. En hiermede ben ik gekomen aan het eind van mijn verhan deling over het ontstaan van het eiland Sint-Joosland met den Sint-Jooslandpolder, welke na de indijking van den Nieuw-Sint- Jooslandpolder in 1671, Oud-Sint-Jooslandpolder wordt genoemd. De verdere geschiedenis van het eiland Sint-Joosland met de verschillende polders is beschreven in de „Geschiedenis en Plaats beschrijving van de gemeente Nieuw- en Sint Joosland, door A. Walraven en F. P. Polderdijk", uitgegeven te Middelburg bij J. C. en W. Altorffer in 1896.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1931 | | pagina 174