113 als Boddaert trouwens noch met Mr. Samuel de Wind voeling heeft gehad. Immers de inhoud van het manuscript zelf toont aan, dat die geleerden onbekend geweest zijn met vele bijzonderheden uit het leven van reeds door De la Rue beschreven mannen, zelfs totaal onkundig gebleven zijn van het bestaan van sommigen, door De la Rue of Boddaert nog ontdekt na de tweede uitgave van het Geletterd Zeeland. Naast deze wetenschap ervaren wij tevens, dat Boddaert inder daad, zooals in den brief van De Mauregnault vermeld, zich heeft bezig gehouden met het verzorgen en uitbreiden van De la Rue's aanvullingen op diens biografisch werk. Er is bij het handschrift een index gevoegd, die tot titel voert: „Personen zo levende als dode behorende tot een vervolg van het Geletterd Zeeland van den Here De la Ruë, zijnde de dode met gemerkt." De omvang van dit artikel zou te groot worden, wanneer hier al hetgeen noch bij De la Rue noch bij Nagtglas vermeld is, zou worden medegedeeld. Ik moge daarom volstaan met hieronder vooreerst in den vorm van een tabel de verschillen tusscheu het manuscript en de beide genoemde werken aan te geven en vervolgens de hoofdzaken der artikelen over de nog niet beschreven personen te doen volgen. Ter nadere verduidelijking der tabel diene, dat daarin, verdeeld over 3 kolommen, zijn opgesomd de nainen dergenen, die in het manuscript behandeld worden. In de eerste kolom vindt men hen, die niet beschreven zijn bij Nagtglas, noch bij De la Rue. In de tweede kolom degenen, over wie in het manuscript meerdere bijzonderheden voorkomen, terwijl de laatste kolom opgeeft over welke personen in het manuscript niets méér te vinden is, dan bij de genoemde schrijvers. Archief 1931 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1931 | | pagina 179