Wil
heid te zijn tegenover Mr. Th. Portheine, die vijf jaar lang de
financiën met zulke uitnemende resultaten heeft willen leiden.
De geldelijke toestand van het genootschap is kerngezond en dit
hebben wij stellig in de eerste plaats te danken aan het voor
zichtig beheer van onzen aftredenden schatmeester.
Mr. G. J. Sprenger tenslotte heeft niet slechts het laatste lustrum
onze gemeenschap gepraesideerd, vooraf was van 1913 tot en met
1925 het thesaurierschap aan zijne bekwame handen toevertrouwd.
Het genootschap zal onzen scheidenden voorzitter nimmer kunnen
of willen vergeten. Altijd paraat waar het de belangen van zijn
geliefd genootschap betrof, heeft hij onverdroten opbouwend ge
arbeid, talrijke klippen omzeild, het genootschap op voortreffelijke
wijze naar buiten vertegenwoordigd en, last not least, om met
Shakespeare te spreken, den alleraangenaatnsten toon in cfe bestuurs-
bijeenkomsten weten te handhaven. Mr. Sprenger verlaat niet slechts
den voorzitterszetel, doch binnenkort ook Middelburg. Maar al
zal hij naar het lichaam niet meer geregeld in ons midden aan
wezig zijn en ons verkwikken door zijn vlot karakter en merk
waardige opgeruimdheid, naar den geest moge hij zich bij voort
during tot de onzen blijven rekenen!
Ik heb gezegd.