2* Het ontwikkelde voorwerp is dus óók bewustzijn, zoodat het be wustzijn nader bewustzijn van zichzelf, zelfbewustzijn blijkt. Bewustzijn is dus slechts mogelijk voor het zelfbewustzijn, dat er de macht van is. Het voorwerp is nu wel als en tot bewustzijn gesubjectiveerd maar blijft tevens nog object; het staat dus tot het zelfbewustzijn in verhouding als slaaf tot heer. Doch het bewustzijn bleek reeds zelfbewustzijn in aanleg. De ware subjec- tiveering van het objectieve bewustzijn is derhalve, dat het zelf bewustzijn voor het zelfbewustzijn of vrij wordt. Dit positieve zichzelf weten in elk ander ik, deze gelijkheid van verschillenden, die in waarheid geen verschillenden meer zijn, is het niet meer eenzijdige maar algemeene zelfbewustzijn, de rede als eenheid van bewustzijn en zelfbewustzijn. De gedachte en hel gedachte zijn identiek geworden, d.w.z. het. uiterlijk gegeven voorwerp heeft zich volkomen gesubjectiveerd en het eveneens eenzijdige, eindige en subjectieve bewustzijn is objectief, algemeen, voor allen en alles geldend denken geworden of gebleken. Dit oneindige, vrije begrip, het weten, ontwikkeld in Hegei's Phaenomenologie des Geistes, legt zich voor onzen verwonderden blik uiteen tot wetenschap in Hegei's Encyklopaedie. Eerst zien wij toe bij het ontstaan van de denkvormen, het denken op zichzelf, de logica. Deze brengt hare eigen negatie mede, haar eigen voorwerp, welks ontwikkeling wordt nagegaan in de natuur leer. Denken en natuur blijken zicli ten slotte tot hoogere. eenheid te concretiseeren, of in de taal der kerk God de Vader vervreemdt zich eeuwiglijk als Zoon van zichzelf, om met die vematuurlijking

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1931 | | pagina 58