15 op eene kaart van de Schelde tusschen Walcheren en Zuid-Beveland een groot schor geteekend, waarop een schapenstelle staat, en den naam van Sint-Joeslant. l) Of dit Sint-Joeslant het voormalige Arnemuiderzand is geweest, is niet met zekerheid te zeggen. In eene nota van den heer J. P. van Visvliet, Archivaris der provincie Zeeland, nopens den eigendom van eenige schorren in het zoogenaamde kanaal van Welsinge in verband inet den te bedijken Schorerpolder, dd. 17en November 1851, komt o. a. het volgende voor 2) „Voor het geval, dat Ambachtsheeren van VHeer-Arends- kerke eenigen grond van recht zouden meenen te kunnen ontleenen, uit de bekende gift van Hertog Albrecht van 10 October 1395, betreffende het zoogenaamde Arnemuiderzand zijnde de grond waarvan Oud- en Nieuw Sint Joosland zijn herdijkt," enz. De heer Van Visvliet meende dus dat de Sint-Joosland-polder eene herdijking zou zijn van het Arnemuiderzand. Ook de heer Verheye van Citters in zijne memorie over het recht van eigendom van de Ambachtsheeren van Sint-Joosland, op alle aanwassen enz., in het Sloe, schrijft daarover het vol gende 3) „En wat ten laatsten aangaat den opwas Arnemuiderzand, 1) De loop van de Schelde van de zee tot ltupelmonde in de 15e eeuw, door J. Denucé, Archivaris der stad Antwerpen. De kaart is denkelijk vervaardigd tusschen de jaren 1494 en 1504. 2) Archief Ambachtsheerlijkheid 's-Heer-Arendskerke, Relatieven tot de resolutiën 16341871. Portef. 11 no. 242. 3) Napoleon gaf bij decreet van den 11 Januari 1811 een nieuw reglement uit op het bestuur eu onderhoud der polders. Art. 1 luidde De schorren of gronden vóór de polders welke door den vloed worden bespoeld, behooren als aanspoelingen, bedoeld in art. 538 van her code Napoleon, tot het publiek domein. Art. 2. Alle particulieren, lichamen, of gemeenschappen, welke aanspraak zouden maken op gronden van den aard als bedoeld in het eerste artikel, gelegen in de departementen van de Schelde, van de Lijs, van de Deux-Nèthes, van de monden van de Schelde en de monden van den Rijn, zullen zonder eenige voorafgaande formaliteit hunue rechten daarop verloren hebben, indien zij niet binnen het jaar, te rekenen van de afkondiging van dit decreet, een daartoe srrekkend verzoek indienen en deze rechten bewijzen voor onzen requestmeester, directeur der polders, of voor den prefect van hun departement.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1931 | | pagina 77