19
de visscherij van Sint-Joosland melding gemaakt. In de volgende
rekening van 1517'48 fol. 85 vindt men vermeld de ver
pachting „van de Visscherij van de plaatsen genaamd de Piet,
de Lemmer, de Hoochplate onder Borsselen, de plate van der
Goes en de Ingelse reede, gelegen vóór en omtrent Armuijden,
zoo verre de K. M. als Graaf van Zeeland daarin gerecht is,
dewelke Gorneli Lieins, wed. wijlen Jan Laureijszoon, gezeit In
de gans, van dezen rentmeester in pacht genomen heeft eenen
tijd en termijn van twee jaren achtereenvolgende, ingaande Kers
misse 1547, voor de som van vijf ponden grooten vlaamsch" enz.
In de rekening van 154849 vindt men dezelfde post in de
ontvangsten, en in die van 1549'50 fol. 91, wordt verantwoord
de ontvangst van twee partijen visscherij; n.l. van de visscherij
„van der plate genaemt D'Ingelsche reede, liggende tegenover ende
omtrent d'oppositijt van llammekens, en van de visscherije ge
naemt de Piet, de Lemmer, de Hoochplate onder Borsselen, der
plate van der Goes, en de Bartsche (lees Veersche) plate, gelegen
vóór en omtrent Armuijden."
In 1552 werd voor zeven jaren opnieuw verpacht „de visscherij
van de plate, genaamd D'Ingelsche reede, mitsgaders die Piet, de
Lemmer, die Hoochplate onder Borsselen, die plate van der Goes
en die Bartsche (lees Veersche) plate te samen." Deze pachttennijn
eindigde Kerstmis 1559.
De volgende pachttijd begon met Kerstmis 1559 en eindigde
Kerstmis 1566. Na het eindigen van dezen pachttijd werd de
visscherij opnieuw verpacht voor zeven jaren; waarvan de eerste
pachttermijn, verschenen met Kerstmis 1567, in de rekening van
dat jaar wordt verantwoord.
Ook in de rekeningen van 1568, '69 en '70 wordt dezelfde
post verantwoord, terwijl in de rekening, eindigende den laatsteu
December 1571, die post voor het laatst wordt vermeld. De re
keningen van 1572 tot 1578 zijn van veel geringer omvang dan
die van vóór 1572, en bevinden zich in één band. Van het
eiland Walcheren wordt er bijna niets meer verantwoord, ver-