27
boren op de plate begint te verslijmen en te groeien, stil liggend
of wellend zand is.
Ten vierden, hoeveel voeten breed en hoeveel voeten diep dat de
voorschreven nieuw te maken kille zoude moeten gedolven worden,
aleer de ebbe met vrucht daardoor zijn koers zoude kunnen nemen.
Ten vijfden, van waar men de voorgeroerde delvinge zoude
moeten beginnen te weten, van de vloed of van de ebbe.
Janes Thjsen, oud 60 jaren, en Theunis Jansen Coolhoot,
schuitman, oud 4-2 jaren, op de eerste gevraagd zijnde, hebben
gezeit en naar hunlieder beste wetenschap verklaart, dat het naar
hunlieder wetenschap beter ware de plate te delven dan het hoofd
te verlengen, 't welk door de groote diepte naar hunlieder zeggen
niet wel doenlijk wezen zoude; want het wel vijftig of zestig
vamen verlengt moeten worden, noord-westwaarts op.
Ten tweeden zeggen beter te zullen wezen te beginnen daar
de inham is beginnen te vallen of zeer weing hooger en niet zoo
hoog als de aankomste van mijn heeren was (d.w.z. waar de
heeren met de schuit waren geland).
Ten derden zeggen van den eigendom (aard) van den grond
zeer perfecte wetenschap te hebben.
Ten vierden, zeggen dat de kille om profijt te doen wel drie
roeden of daaromtrent breed en wel acht voet diep zoude moeten
gedolven worden.
Ten vijfden, zeggen raadzaamst te wezen, dat men van weers-
einden zoude beginnen, te weten van de ebbe en van de vloed.
Leunis Blaes, oud 43 jaren, en Job Leunissen, oud 36 jaren,
beide heudeluiden dezer stad, gevraagd zijnde alsboven, dezelve
antwoord gevende, gelijk de voorgaande, uitgezonderd dat hun
lieder verstand is, dat de kille breed genoeg wezen zal van ander
halve roe en de diepte zeven of acht voeten.
Leijn Leunissen, oud 45 jaren, en Adriaan Wouters, oud 35
jaren of elks daaromtrent, hebben op de voorschreven vragen
geantwoord en gezegd 't gene de eerste verklaart hebben, zoo
van de lengte als diepte en de andere circumstantien, uitgezonderd