29 nabijheid van het tegenwoordige Oude dorp of Sint-Joosland is nog een put, de Stelleput genoemd, welke tot voor weinig jaren rondom beplant was met eene doornhaag en waaruit de bewoners van het Oude dorp zich van water voorzagen. De put werd geregeld door die bewoners onderhouden en de doornhaag jaarlijks geschoren. De plaats van de op liet oosteind van het schor tegenover Arnemuiden gelegen stelle is nog zichtbaar in een eenigszins verhoogd terrein in den tegenwoordigen Oud-Sint-Joosland-Polder ten zuid-oosten van de hofstede „Broederlust", aan een verland vaarwater „Maayke Coyskreek" geheeten. Van deze stelle wordt ook meermalen melding gemaakt in verschillende verklaringen, door zeelieden en stellenaars afgelegd, omtrent de ligging der op en aanwassen en vaargeulen in de omgeving van Sint-Joosland in de 16e eeuw. 1) Deze verklaringen werden afgelegd naar aan leiding van een proces, hetwelk in 1631 tijdens de bedijking van den Sint-Jooslandpolder was ontstaan tusschen de ambachtsheeren van 's-Heer-Arendskerke als eigenaars en bedijkers van Sint-Joosland, en de regeering van Middelburg, welke meende op een gedeelte der in te dijken gronden, als aanwassen van den Stinckaert, te kunnen aanspraak maken. 2) Enkele der bovenbedoelde verklaringen vinden hier eene plaats Den 19 Juli 1631 Verklaring voor Burgemeesters en Schepenen van Middelburg, door Job Blaes, oud 61 jaren, Carel Verstrate, 6-1 jaren, Dirk Cornelissen, 78 jaren, Lambrecht Paulnssen, 69 jaren, varende lieden en wonende te Arnemuiden, en Jacob Cornelissen, stelleinan, 42 jaren, welke verklaren „dat zij van hunne jonge jaren af hebben gezien en goede memorie hebben, dat de Sloe of kreek loopende nevens Sint-Joosland, uitvallende over Welsinge en strekkende tot op de plate, liggende in 't Slaak, die Dantzich wiert genaamd, zoo diep en groot was dat verscheidene schepen daardoor voeren naar den Lemmer. En zoo wanneer de schepen 1) Oud Archief Middelburg, Stukken betreffende de bedijking van den Stinckaert en andere, 16031739. 2) Zie over dit proces hierachter.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1931 | | pagina 91