36
bracht, gelijk ook gezien kan worden, dat er van de val af, tot
Arnemuiden toe, wezende over de zeven honderd roeden lang
vermoedelijk Putsche roeden ii 4,069 M1 per roede geladen
schepen zes of zeven voeten diep gaande voor ;t hoogwater van
vloede komende doorvaren, daar te voren op veel plaatsen over
anderhalve voet, uiterlijk twee voeten waters ook op een sprink-
stroom, niet komen konden. En dewijl om de gedolven kille,
deurgaaus tot of onder het leegwater diep te maken, nog op
sommige plaatsen een voet, op andere twee voeten en eenige ook
twee voeten en een half diepte dient met delven of andere instru
menten uitgenomen te worden, zoo zijn zijlieden supplianten met
voorweten, goedvinden en consent van de voorschreven heeren de
Gecommiteerde Raden dagelijks bezig om eenige zanden, ondiepten,
uitstekende hoeken en andere beletselen van de verwachte schuringe
weg te nemen, en verhoopen, met Gods hulpe, in de toekomende
voorzomer, met het inkomen van het derde halfjaar, nu alle
dagen voorhanden wezende, mitsgaders met 't gene zijlieden sup
plianten verhoopen, dat van de leste vijf halve jaren, boven de
geavanceerde drie duizend ponden Vlaamsch, met den intrest van
dien overschieten zal, de nieuwe gedolven kille zooverre te brengen,
dat ze doorgaans tot of onder het leegwater toe diep zal zijn,
waardoor de ebbe die er nu is, en met de bovengeroerde delvinge
voor de stad Arnemuiden en westwaarts op, ongelijk sterker is
geworden als ze voor de delvinge was, buiten twijfel toenemen,
en nog sterker worden zal; en alzoo om de volkomen vruchten
van de begonnen delvinge te hebben, de ebbe van Schenge, die
de ziele en het eenig behoud van 't geheele werk is, gelijk dat
bij de verbaal van de heeren commissarissen de visitatie gedaan
hebbende, in dato den 5 Juni 1615 hier annex wel geoordeeld
wordt, noodwendig dient geleid en met het leggen van een hoofd
aan de noordzijde van den val zoodanig geschept te worden, dat
ze alle getijden haar koers door de voorschreven kille mag nemen,
zoo keeren zijlieden supplianten in aller ootmoedigheid aan Uwe
Ed. Mog., instantelijk biddende, dat Uwe Ed. Mog. gelieven tot