62
genaamd Bauhelinc, het geheele terrein van Morlodhort,
zoowel binnendijks als buitendijks, van het midden van de
kille Morlodevliet naar het Zuiden, en van het midden van
de kille Hinckelinevliet, waar de kille Morlode in de Hincke-
line valt, toegewezen aan de voornoemde kerk van Ter Doest,
met alle rechten, heerschappij, tienden en ambacht. (Qui
arbitriadiudicaverunt totam terram de Morlodhort, tam
intra dikum quam extra dikum a medio kille vlieti de Morlode
versus meridiem, et a medio kille vlieti de Hinckeline, ubi
kille de Morlode cadit in Hinckeline, predicte ecclesie de
Thozan cum omni iure, dominio, decimatione et officio
perpetuo libere et quiete possidendam).
We zien hier dus de vaststelling van de grens tusschen het
ambacht Cruninghe en den uithof Crabbendic ten Oosten
van den tegenw. Lavendeldijk, thans nog de scheiding tus
schen de gemeenten Kruiningen en Krabbendijke.
De Morlode, Noordoostwaarts uit de Hinkele stroomend,
splitste zich bij het gehucht Oostdijk in twee takken een
Noordelijke en een Noordoostelijke. De eerste, waarvan de
Kruiningsche Vliet een overblijfsel is, doch welks oude naam
verloren is gegaan, vormde de grens tusschen de ambachten
Kruiningen en Nieuwlande. De Noordoostelijke tak zal den
naam Morlode behouden hebben en stroomde zeer vermoe
delijk langs het dorp Nieuwlande_ de scheiding vormend
tusschen het ambacht van dien naam en den uithof Crabben
dic. We mogen aannemen, dat het dit water is, dat op de
kaart van A. Smallegange van 1637 i) staat aangegeven als
de Nieuwelandsche kille, met de merkwaardige toevoeging
„scheydende Nieuwe Lande en Crabbendijcke gelijck het selve
bij diversche oude lieden is aangewesen".
Opmerkelijk is, dat te Oostdijk een groepje huizen, dat
vlak bij de oude stroombedding van de Morlode ligt, nog
heden bekend staat als „de ouwe kaaie", al laten we gaarne
in het midden of deze naam nog betrekking heeft op de
13e eeuwsche Morlode.
1) Inv. Kaarten R. Arch. Zeeland, no. 832.