65
noedze door het ambacht van Willelmus genaamd Hollander
en Balduinus zijn broeder, tot aan de sluis in de Loetdic, en
van die sluis naar de Hoeftvliet van Vornoedze en vandaar in
de Schelde". (Dictum aqueductumqui incipiet a Wranga
et inde cadet in Moerlode, et a Moerlode extendet se in
Harincvliet, et inde ulterius in Vonckenkene, et a Voncken-
kene transiet per Gravenhole usque ad Hukindamme, et inde
protendet se per Waterganc usque ad Niewekerke et inde
in Vornoedze, et a Vornoedsze per officium Willelmi dicti
Hollanders et Balduini, fratris sui, usque ad slusam illam in
Loetdic, et a slusa ilia in Hoeftvliet de Vornoedze, et inde
in Scaldam).
De namen Harincvliet, Vonckenkene, Gravenhole en Hu
kindamme komen op de kaarten van Hollestelle en Beekman
niet voor.
De Scoude wordt door Hollestelle en Beekman geteekend
Noordwaarts uit de Hinkele stroomend, even ten Oosten van
den tegenwoordigen Stroodorpepolder. Uit de hiervoor ver
melde oorkonde van 1208 blijkt wel, dat een Noordelijke
zijtak van de Hinkele de Scoude heette, waarop ook de
ligging van het vroegere dorp Scoude, 2 K.M. N.O. van
het dorp Krabbendijke wijst. Doch wij meenen goeden grond
te hebben om aan te nemen, dat ook Zuidwaarts uit de
Hinkele een Scoude heeft geloopen, waarvoor de aanwijzingen
zijn te vinden in enkele oorkonden.
Arnoud van Leuven^ jonkheer van Gaasbeek, en zijn vrouw
Elisabeth, vrouwe van Rilland, bevestigen 17 Mei 1273 t) de
gift door hun voorgangers (Hendrik van Scoten, 1187) aan
de abdij van Duinen geschonken, n.l. Waarde. De grenzen
van dit gebied zijn de Honte, de Hincline, de Vliet, die
Scoude genoemd wordt en de Zekhelinge.
Een oorkonde van 13 Februari 1339 2waarin dit bezit
nog eens nader bevestigd wordt door graaf Willem van
Henegouwen, noemt dezelfde grenzen.
1) De Fremery, no. 170.
2) Cron. de Dunis, p. 237, no. CXXVIII.
Archief 1932