74
Obreen meent, dat het hiervoor genoemde zgn. „Valkenisse
Gat" de bovenbedoelde scipleet door Valkenisse zou zijn1),
om welke reden is ons evenwel duister.
2e. Willen Waarde en Valkenisse eveneens gebruik
maken van deze watergangen ter uitwatering van hun landen,
dan zullen ze mede bijdragen in de kosten van aanleg.
3e. Waarde en Valkenisse verplichten zich den dijk langs
de Honte en dien langs de Hinkele. de zgn. „Middeldijc", te
zullen herstellen en onderhouden.
4e. Mocht de Hontedijk doorbreken, dan zal de abdij ter
beveiliging van den Hinkeledijk aarde en zoden mogen nemen
uit de ambachten Maire, Coveringhe, Valkenisse en Waarde.
5e. De eerste dam zal gelegd worden in 1263_ de tweede
het volgende jaar „hetten zi dat openbare belet gheviele".
We zullen verderop zien. dat dit laatste werkelijk het geval
is geweest.
6e. De abdij kan niet verplicht worden zorg te dragen
voor den achtersten of „utersten" dam, (n.l. die, welke na
1263 zou worden gemaakt), verder dan zij ingeland is.
Hoewel deze en verdere oorkonden betreffende de afdam
ming geen nadere aanwijzingen bevatten, waar de dam van
1263 is gelegd, kan de tegenwoordige gesteldheid van het
terrein of een blik op de kaart terstond doen zien, dat deze
is te vinden bij het gehucht Gawege. Een stuk van 15 Maart
1288 2bevestigt dit nader: ,,Ic, Clais van Valkenesse, ser
Willem's zone van Staple, make cont al den ghenen, die dese
lettren zelen zien ende hooren lezen dat ic hebbe vercocht
den abbet van der Does ende zinen convente al die vischerie
in Oesthincline di den ambaachte van Valkennesse tobort,
van den damme van de Ghaweghe toten ambaachte van
der Meere".
Voor zoover ons bekend, is dit de eerste maal, dat de
naam Gawege in de geschiedbronnen wordt vermeld. Door
1) Tijdschr. Rechtsgesch.. Dl. XI, afl. I. p. 59, noot 2.
2) De Fremery 251.