78
I. De onder 3 genoemde „middeldich" is de Zuidelijke
Hinkeledijk tusschen den eersten dam van 1263 en den
tweeden van 1269. De ligging er van is nog duidelijk in het
terrein te volgen, zelfs bestaat er nog een onafgegraven ge
deelte van. n.l. in het Oosten de zgn. Dooldijk. Beekman
vergist zich op zijn kaart door den Plasjesweg, ten Zuiden
van den Dooldijk, als ouden Hinkeledijk te teekenen, hoewel
op de kaart van Hollestelie de goede ligging wordt aange
geven. De tegenwoordige Molendijk is de voortzetting van
den Dooldijk, doch afgegraven, hoewel de terreinsgesteldheid
duidelijk aantoont, dat er vroeger een dijk is geweest. De
naam Molendijk zal pas ontstaan zijn na 1700, want op
een kaart uit dien tijd, genaamd West-Hinckelinge 1waarop
alle huizen en perceelscheidingen te vinden zijn, ook de
molen, heet de tegenwoordige Molendijk Dooldijk. De hof
stede „Sint-Annaput", voorheen bewoond door wijlen den
heer J. Pieper, welke hofstede gelegen is op den geslechten
dijk, komt op de laatstgenoemde kaart wel voor, doch zonder
den eigenaardigen naam wat doet vermoeden, dat ook die
benaming van jongeren datum is.
Het Westelijk deel van den ouden „middeldich" is de
tegenwoordige Grintweg vanaf de woning van den heer Mol
tot de hofstede, voorheen bewoond door den heer A. Panny.
Op de topographische kaart staat dit deel aangeduid als
Molendijk en Zuidweg, doch op den ligger van wegen en
voetpaden der gemeente Waarde is het als zoodanig niet
bekend.
De naam „middeldich" vonden we nog in twee stukken
terug.
In een oorkonde van 6 September 1289 2verklaren Wol-
fert van Kattendijke en zijn echtgenoote Margaretha, dat zij
aan de kerk van Ter Doest plechtig afstand hebben gedaan
van ongeveer 7% gemet land, liggende in de parochie Waarde
in „Avenoert", van de watergang van voornoemde kerk en
1) Invent. Kaarten Rijksarch. Zeel., no. 744.
2) De Fremery 260.