X Enkele stukken werden uitgeleend ten behoeve van de tentoonstelling Het Hollandsche interieur in de 18e eeuw, te Amsterdam. Het verslag van de conservatrice der munten en pen ningen luidt als volgt ,,De verzameling munten en penningen is in 1931 niet onbelangrijk vergroot. Wij vestigen de aandacht op een middenbrons van den Romeinschen Keizer Vespasianus, die te Yersekendam in een tuintje werd gevonden. Een zeldzame goudgulden van Lodewijk I van Crécy. graaf van Vlaanderen, 13221346, te Kerkwerve op Schouwen opgegraven, kon worden aangekocht. Door iemand, die onbekend wenschte te blijven, zijn o.a. twee gouden mas van Noord-Sumatra Atjeh) aan de verzameling afgestaan. De heer J. Hulshoff Pol te 's-Gravenhage had de goedheid beide munten voor ons te bestemmen. Ook heb ik gemeend goed te doen met het aan- koopen van een volledig stel van het in 1920 voor hetVaticaan aan de munt te Rome geslagen Pauselijk geld, dat tevens als herinneringsmunten aan de stichting der Vaticaansche Stad werd uitgegeven. De eerste uitgave dezer pauselijke munten, ontwerp van Prof. Aurelio Mistuzzo, was spoedig uitverkocht. Onder de penningen treffen wij een eereprijs aan van de voormalige Middelburgsche Vereeniging V W, aan het toen malige lid J. C. Altorffer vereerd en door den heer J. A. Altorffer aan het Genootschap geschonken. Vervolgens vestigen wij de aandacht op een grooten zil veren penning in étui, in Augustus 1914 door H.M. de Koningin uitgereikt, als herinnering aan verrichte werkzaam heden in zake de Tienden van het Kroon-Domein. Daar deze penning niet bekend was, heeft het eenige moeite gekost, bijzonderheden daarover te verkrijgen. Op ons verzoek, heeft Jhr. Repelaar van Driel, hoofd-administrateur van het Kroon- Domein de goedheid gehad te willen mededeelen, dat slechts 122 exemplaren van dezen peninng, op stempels van de Kon. Begeer te Voorschoten, zijn vervaardigd, die namens

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1932 | | pagina 14