95
te werken en slechts enkele beelden oproepen uit het leven en
de stemmingen van het Genootschap in de jaren 17951813.
Het is de felbewogen tijd, waarin de ..courtisan a perruque
poudrée, avec, au cöté, l'épée en quart de civadière" werd tot
den „parlementaire en chapeau haut de forme et en redingote
noire", eene transformatie, waarover Gabriel Hanotaux zoo
onderhoudend vertelt in de „Revue des Deux Mondes" van
het jaar 1926. Zij wordt ook geïllustreerd door de geschil
derde portretten der eerste twee voorzitters van het Genoot
schap, Mr. Isaac Winckelman, burgemeester van Vlissingen,
en Mr. Nicolaas Cornelis Lambrechtsen van Ritthem, oud
pensionaris van Vlissingen. De eerstgenoemde behoort geheel
tot de 18e eeuw, Mr. Lambrechtsen vertoont het zooveel
moderner voorkomen der heeren uit den tijd van koning
Willem I.
Het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, in 1769
opgericht te Vlissingen, ontwikkelde zich krachtig in de
eerste kwart-eeuw van zijn bestaan. De directeuren droegen
de geldelijke lasten en hadden het bestuur, de wat talrijker
leden hielden de voordrachten. Ook werden vele prijsvragen
uitgeschreven, zooals b.v. Teyler's Genootschap dat heden
ten dage nog doet.
De vrede van Parijs, met Engeland gesloten in Mei 1784,
die de doodsklok luidde over onzen handel, bracht achteruit
gang. Bij het Oranjeoproer van 1787 worden ook de huizen
van den secretaris Van Doorn en den thesaurier Van Rosevelt
Cateau geplunderd. De heer Van Doorn zond uit Antwerpen
zijn verzoek om ontslag in. In de bijeenkomst van directeuren
op den 9 Mei 1788 gewaagt de voorzitter Winckelman van
kommerlijke uitzichten.
Na de Algemeene vergadering van 26 November 1794
volgde spoedig de omwenteling van 1795, waardoor de oude
Republiek ophield te bestaan. Vlissingen kreeg Fransch gar
nizoen. Voorloopig werden nu in verband met de tijdsomstan
digheden geene algemeene vergaderingen meer gehouden.
De eerstvolgende viel op den 1 November 1797. Er werden
9 directeuren en 12 leden benoemd. Het oude organisme