100 zetel over naar het tegenwoordige gebouw, het geschenk van Mr. G. N. de Stoppelaar. De contributie voor de directeuren werd verlaagd van 10 tot 6 Zeeuwsche rijksdaalders voor den tijd van drie jaar. Ook deze instelling is van kracht gebleven en thans nog betalen de directeuren jaarlijks het bedrag van 15,60, dat er zoo wonderlijk uitziet, maar gebaseerd is op de waarde van den ouden Zeeuwschen rijksdaalder, die een dubbeltje meer waard was dan de Hollandsche. De bedoeling van de ver mindering was het toetreden als directeur gemakkelijker te maken. De directeuren vergadering van 29 Juni 1801, die een en ander goedkeurde, koos tot president Mr.N.C.Lambrechtsen, oud-pensionaris van Vlissingen, en tot vice-president Mr. J. H. Schorer, oud-pensionaris van Middelburg, welke laatste echter voor de eer bedankte. In de bijeenkomst van het Perpetueel comité van 10 Au gustus 1801 aanvaardde de Heer Lambrechtsen het voor zitterschap met eene rede. Hij begon met te wijzen op het algemeen verval der geleerde maatschappijen, wat samenhing met de tijdsomstandigheden in en buiten het land. ..Litterae secessum scribentis et otia quaerunt kalmte en rust zijn er noodig, zullen letteren en wetenschappen bloeien. Staats omwentelingen en oorlogen verbannen alle afgetrokken denk beelden, doen de driften wtoeden, verstompen alle gevoel van smaak en fijnheid, ontedelen en verharden de menschheid en bepalen de aandacht op voorwerpen van winst of afweering van schade. Hoe vele verwachtingen worden dan teleur gesteld Hoe meenig huisvader, van middelen van bestaan beroofd en schier bezwijkende onder de zwaarte der belas tingen wordt niet gedrongen tot alle mogelijke bezuinigingen. Natuurlijk heeft dit invloed op de bijdragen tot onderhoud van nuttige instellingen en geleerde maatschappijen. En bij die ongelukkige spaarzaamheid komen dan nog moedeloos heid en onverschilligheid. Men wanhoopt aan het behoud des vaderlands. Men geeft zijne aandacht en zijn tijd aan de zorgen en bezigheden van den dag." In den tijd vóór 1795,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1932 | | pagina 160