103 verschiet doet zich nog op Onze koophandel en zeevaart staan stil. Het aanzien van ons ongelukkig vaderland is schier geheel verdwenen en het moet helaas de wet ontvangen van volkeren, die het voorheen ontzagen en nog behoorden te eerbiedigen. Toch moeten wij onze uiterste pogingen aan wenden om kennis en wetenschappen moedig te blijven voor staan. Zoo zullen wij, welk lot ook ons vaderland beschoren zij, nader komen aan het doel onzer bestemming en wij zullen onzen kinderen en het opkomend geslacht de glorierijke loop baan wijzen, waarvan zij, zonder tot slavernij en onbeschaafd heid te vervallen, nimmer mogen afdwalen." Bonaparte was den 18 Mei 1804 keizer van Frankrijk geworden en ook op ons staatsbestel had deze verandering invloed. Het Staatsbewind, dat het den keizer niet naar den zin kon en wilde maken, moest wijken voor Mr. R. J. Schim- melpenninck, die den 29 April 1805 als Raadpensionaris de 'regeering aanvaardde. De directeurenbijeenkomst van 22 Mei besloot Zijne Excellentie het directeurschap van het genoot schap aan te bieden, wat weldra op hoffelijke wijze werd aanvaard. De jaarrede van den voorzitter op den 30 October 1805 klonk weder wat opgewekter. Uit de voortgezette werkzaam heid van het Genootschap en van andere verwante instellingen leidt de Heer Lambrechtsen af, ,,dat in weerwil der geweldige schokken, die ons vaderland heeft moeten verduren, in weerwil der staatsomwentelingen en veranderingen, die wij hebben aangezien, in weerwil eener niet te ontkennen ver bastering van zeden en toegenomen ligtzinnigheid, in weerwil eens opnieuw ontstoken oorlogs, met alle daarmede gepaard gaande rampzaligheden van verarming en vernedering, de beschaving en verligting onder ons niet verminderd zijn maar zelfs toegenomen". Maar reeds weder was eene regeeringswisseling op til. Napoleon had stellig ons land liefst maar meteen ingelijfd toen hij na den slag bij Austerlitz op den 2 December 1805 Oostenrijk niet meer behoefde te ontzien. Maar Pruisen had hij nog niet overwonnen en daarom kregen wij bij wijze van

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1932 | | pagina 163