f
104
overgang prins Lodewijk Napoleon tot koning. De Raad
pensionaris trad den 4 Juni 1806 af en Lodewijk Napoleon
kwam den 22 Juni te 's-Gravenhage aan.
In het najaar poogde het Genootschap met den Koning in
relatie te treden den 5 October besloten de directeuren
Z.M. uit te noodigen als protector op te treden, in tegen
stelling met het verzoek, dat men aan den Raadpensionaris
had gedaan, n.l. om directeur te worden. Aan dit trekje is
weder eens duidelijk te zien hoe men stond tegenover het
eenhoofdig bewind van den Heer Schimmelpenninck. De
directeur Mr. Meerman zou met enkele andere in Den Haag
wonende directeuren den Koning het verzoek overbrengen,
maar deze vertrok naar het leger 14 October had de slag
bij Jena plaats en men besloot nu de zaak schriftelijk te
behandelen. Ook zou dan vergunning worden gevraagd aan
Z.M. het eerste deel der Nieuwe Verhandelingen op te
dragen. Dit deel was in October afgedrukt, maar het ver
schijnen moest nu wachten. „Het zoude mij leed doen", zegt
de voorzitter in de Algemeene Vergadering op den 22 van
die maand, „indien de onzalige oorlog een nieuwe hinderpaal
aan de zoo lang vertraagde uitgave onzer verhandelingen
toebragt. Mogt het slechts de zwaarste der rampen zijn,
waaronder wij zuchten en die wij tegemoet zien Helaas,
Mijne Heeren, hoe vrees ik, dat ons aller harten wel treuriger
bekommeringen voeden Men zag de inlijving reeds aan
komen
Nog voor het jaar eindigde aanvaardde de Koning het
protectorschap, n.l. bij besluit van 18 December 1806, no. 4,
(en eveneens de opdracht van de Nieuwe Verhandelingen,
nadat de Heer Meerman toch nog persoonlijk op audiëntie
was geweest. Eigenhandig zou de president een exemplaar
van deel I gaan aanbieden. Ook dit geschiedde en de Koning
beloofde persoonlijk in Zeeland kennis te komen maken).
Maar nu schenen betere tijden voor de instelling aan te
breken. In de Algemeene Vergadering van 9 December 1807
kon de voorzitter vaststellen, dat weder een geheel jaar geen
krijgsrumoer haar vreedzaam verblijf had geschonden. Wel