109 zou hebben gegeven. Later bood de driftige heerscher voor het front van de burgerwacht zijne verontschuldigingen aan voor de ongegronde verdenking. De secretaris van het Genootschap vroeg schriftelijk eene audiëntie aan toen de Keizer in de stad was, maar na lang wachten, gedeeltelijk in gezelschap van den president en den heer Schorer, vernam hij van den kamerheer, dat dien dag geene audiënties meer zouden worden verleend. Als Z.M. verkoos de commissie te ontvangen, zou de voorzitter bericht krijgen. Maar dit bleef uit en Napoleon werd niet begroet. Wèl echter brachten de voorzitter en de secretaris een bezoek aan den prefect, den baron De Coninck, bij diens komst en boden hem het directeurschap aan, wat vriendelijk werd aanvaard. Den 2 Januari 1811 hield de voorzitter eene rede tot het Perpetueel Comité. ,,Het tiende jaar der 19e eeuw", zeide de heer Lambrechtsen, ..dat wij met zooveel aandoening en schrik, met zulke droevige vooruitzichten begonnen, is dan ook weder bij zijne voorgangers verzameld. Het is voorbij als een gedagte, heenengevloden als een schaduwe Hetgeen wij gezien hebben en bijgewoond, 't geen wij van elders hebben vernomen, heeft zeker geen bijzondere optelling noodig om ULieden te doen opmerken hoe groot het voor recht is, dat wij genieten, om. in het midden van zoo veele ontzettende gebeurtenissen, nog gespaard te zijn in het leven en eikanderen bij den aanvang van een nieuwe jaar weder in dit heiligdom der Wetenschappen te mogen ontmoeten. Het Zeeuwsch Genootschap is staande gebleven, in het midden der verbazende gebeurtenissen onzer tijden. Hier, in dit stil verblijf, den letteren toegewijd, hier vonden wij eene ver kwikkende verpozing onzer andere zorgen, hier den troost der vriendschap in den druk der tijden." De Prefect had Fransche prijsvragen van zuiver prac- tischen aard aan het Genootschap doorgezonden, in de ver wachting, dat dit „niets zou verzuimen om de manufacturiers en kunstwerkers op te wekken ter oplossing der voorstellen". Het Genootschap meende „niets overtolligs te doen" door de vragen in de Middelburgsche Courant mede te deelen. Er

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1932 | | pagina 169