XVII verzameling in Zeeland gevonden vogeleieren, in doos, bijeengebracht door wijlen haar Vader Dr. J. C. de Man, met bijbehoorend plaatwerk Fürchtegott Graessner, Die Vögel von Mittel-Europa und ihre Eier, (Dresden, W. Baensch, z.j.), XXII 184 blz., 24 gekleurde platen, 29 X 21 c.M., geb. in 2 dln, halflinnen. De verzameling was oor spronkelijk bedoeld als reserve voor de in het museum aan wezige eieren. Dr. W. H. van Loon te Veere heeft op mijn verzoek aan het museum afgestaan het boek: W. Maxwell Reed, (1928), The earth for Sam (New-York, Harcourt Brace Co., z.j.), waarin een aantal zeer demonstratieve afbeeldingen voor komen, die uitgeknipt dienst kunnen doen om de dierkundige verzamelingen te verduidelijken. De verzameling vroeg-historische huisdieren werd wederom uitgebreid. Ik hoop later hierop terug te komen. Dr. J. H. Vernhout en de heer P. de Bruyne hebben reeds vroeger getracht de in Zeeland voorkomende recente en fossiele schelpen van zee-, zoetwater- en land-mollusken vollediger dan tot dusverre in het museum bijeen te brengen. Ik hoop dit voort te zetten met de krachtige en bekwame medewerking van den heer C. Brakman te Nieuwland. In de hoop, dat later een uitvoerige lijst gepubliceerd kan worden, zie ik ervan af thans enkele soorten te noemen. De volgende Invertebrata zijn als aanwinsten te vermelden Fossiele en recente schelpen van verschillende vindplaatsen in Zeeland. Leg., ded. et det. C. Brakman te Nieuwland. Crepidule fornicata L. (zeemuiltje, slipper limpet), af komstig van de Atlantische kust van N. Amerika, sedert kort talrijk op de oesterbanken in de Oosterschelde (vgl. .Ar chief" p. XXIII). Ded. Bestuur der visscherijen op de Zeeuwsche stroomen, door bemiddeling van den heer N. Schoolmeester. De helft (inclusief de sipho) van een sagittaal doormidden gezaagde schelp van Nautilus pompilius L. Ded. M. Nijssen te Sluiskil. Fossiel, waarschijnlijk een deel van een Rudist (Lamelli Archief 1932 b

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1932 | | pagina 21