9
Wij lezen, dat de luxe bij het rondzenden dezer briefjes
dikwijls zeer groot was. In Amsterdam mochten om die reden
niet meer dan 1000 personen achter een lijkkist loopen, maar
in Middelburg had zoo'n bepaling geen zin. Het getal aan
wezigen bij Jacoba's uitvaart bedroeg, met de 12 dragers
mede, slechts 149 personen. Wie niet genoeg geld bezat om
de uitnoodigingen te laten drukken, liet door een „gesworen
bidder" inviteeren, of wel, zooals bij de gilden, door den
gildeknaap ter begrafenis uitnoodigen, die dan tevens als con
trolemiddel den koperen gildepenning achterliet, hei nummer
dragende, waarop men in het gildeboek stond ingeschreven.
Sommige gilden hadden bovendien afzonderlijk daartoe ver
vaardigde penningen, die aan de voorzijde in niets verschilden
van den gewonen gildepenning, maar op de keerzijde een
lijkbaar of schraag vertoonden. Deze penningen waren uit
sluitend voor de dragers bestemd. Het was een controlemiddel,
want het ontbrak den dragers wel eens aan tijd en lust,
zoodat zij gaarne andere collega's, die, volgens de rol niet
aan de beurt waren om op te komen, dezen post lieten ver
vullen. En dit mocht natuurlijk niet. Dragerspenningen zijn uit
den aard der zaak thans zeer zeldzaam, want het aantal
dragers was steeds gering, zoodat voor dit doel weinig exem
plaren benoodigd zijn geweest. Voor Middelburg zijn dragers-
gildepenningen o.a. van de volgende gilden bekend Zijde-
lakenkoopers en Kramers (1617) Wevers (1621), Kleeder
makers (1623), Schoolmeesters (1628), Boekdrukkers (1631)
en Vettewariers (1648).
Aan de dragers zeiven werd veelal geld of een gedenkmunt
of -penning geschonken, die dan tevens diende om de her
innering aan den overleden persoon te bewaren. Wie het
kon betalen, liet voor die gelegenheid afzonderlijke medailles
aanmaken. Er waren echter ook penningen bij de goud- en
zilversmeden te koop, speciaal voor begrafenissen vervaardigd
1 April 1668 buitentijds vernieuwd. Constantijn Huygens en L. Buizero
waren als afgevaardigden van den markgraaf naar Vere gekomen. Zij
veranderden de wet. Tengevolge daarvan werden Bernard Somer en
Adriaan Karreman tot burgemeesters gekozen. J. Ermerins. Vere, VI. p. 96.