57
ook dat Kintschot1hem nijet en vermijde te commene in de
vergaederinge vanden Breden Rade, contrarie voergaende
sloten derselver, hebben die van den voirschreven Buijtenraedt
nijet willen adviseren, ten waere de zeven raedtslueden hen
vonden bij den Ouden Raedt, dwelck verthoont wesende inden
Binnenraidt bij Marten van Cleve, zijn de voorschreven
raedtslieden bij den Ouden Raedt gecommen ende is bij hun
lieden geadviseert, dat alzoo de saeke was van grooter con
sequentie ende den tijdt nijet en verheijschte eenich langer
dilay, oft om questie te mouveren, dat men verderen soude
(onder expresse protestatie nochtans van de sloten van den
Breden Rade nijet te willen maeken iilusoor, bij dewelcke zij
vercleert hadde wije behoorden te comparerenen in de ver
gaederinge van den Breeden Raedt), dat zij geraeden vonden,
dat men celen in de natie soude steken, om te wetene oft de
gemeijnte binnen deser stadt souden willen laeten innecommen
garnisoen oft nijet, commende de voirschreven Buijtenraede
binnen bij den heer Marcquiz ende den Binnenraedt, heeft
de borgemeester van buijten vercleert, dat om alle disconfi
dentie van zijne Excellentie ende Generaliteijt te abolieren,
dat mijnen heer de Marcquiz ende die van den Binnenraedt
goetdochte met het advijs van de capiteinen, bevelsluijden ende
de vier gulden, dat men behoorde garnisoen inne te laeten
commen, ende die van den Buijtenraedt, (onder protestatie,
hiervoren gestelt, die sij versochten geannoteert te worddene
ende inhereren in hunne voergaende opinie), hebben vercleert,
dat men behoort de celen in de natie te steken. Ende is de
voirschreven opinie van de Buijtenraedt eendrachtelijck over-
gedregen, dat men celen in de zeven natiën soude steken, ende
om de voirschreven celen te maken is metten borgermeester
van buijten gecommitteert Mr. Engel Engelss, ende Jan Pie-
terss., scepenen, ende van den ouden raede Sr. Jan d'Ayala,
1Hij was 28 Juli 1577 benoemd tot griffier van den Markies. Er
was in een heftig verloopen zitting van 16 Juni 1579 door den Breeden
Raad besloten dat Mr. Jaspar van Kinschot en Mr. Nicolaas Pijl, niet
in de vergadering van den breeden raad zouden komen fResol. 1578'82.
f. 39 vo.)