Mr. PIETER BODDAERT,
IN HET LICHT VAN ZIJN TIJD BEZIEN,
NAAR AANLEIDING VAN EEN
HANDSCHRIFT, VAN HEM AFKOMSTIG1),
DOOR
Mr. F. W. D. C. A. VAN HATTUM.
Twee oude manuscripten, berustend onder den steller dezes,
hebben de stof geleverd voor deze verhandeling.
De „Aanteekeningen van allerhande nature, begonnen den
len Augustus 1741", afkomstig uit het bezit van de oude
Zeeuwsche familie Philipse en bijna geheel geschreven door
Pieter Boddaert, benevens het manuscript Aanvullingen" op
Pieter de la Rue's „Geletterd Zeeland", van denzelfden auteur.
De groote verscheidenheid van onderwerpen, neergelegd in
Mr. Pieter Boddaert's „Aanteekeningen" geeft een zeer ty
peerend beeld van den tijd, waarin het verschijnen van een
courant een gebeurtenis van beteekenis was.
De Middelburgsche Courant, de oudste Zeeuwsche perio
diek, werd eerst in 1758 opgericht, zoodat feitelijk tijdens het
leven van Mr. Pieter Boddaert nog geen geregelde uitgaaf
van een courant in Zeeland bestond. Dit is ongetwijfeld voor
dezen hoogbegaafden Regent uit het begin en midden der
achttiende eeuw de aanleiding geweest om aanteekeningen te
houden van die feiten en gebeurtenissen, welke van belang
1) Samenvatting van eene voordracht, gehouden in de Algemeene
Vergadering van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen op
den 29 April 1931.