85
beschrijving van de Walchersche staten. ,.Er konden slechts
drie Staten wezen en zelfs de rentmeester van Bewesten
Schelde ,,in onsen name" kon de vierde niet worden, omdat
de graaf niet geland ^as in Walcheren (later wel)".
De heer De Waard stond dus eveneens voor een raadsel.
Wie hem gekend hebben, zullen begrijpen hoe deze puzzle
den nauwgezetten man moet hebben gekweld.
Nu vroeg echter eenigen tijd geleden de Algemeene Rijks
archivaris, toen nog Prof. Fruin. mijn oordeel over een charter
van graaf Albrecht d.d. 11 Februari 1396, dat in de grafelijke
registers te 's-Gravenhage was aangetroffen door Mr. S. J.
Fockema Andreae.
De graaf constateert in dit stuk1), dat Walcheren gevaar
loopt aan het Westeinde (Dishoek!) en elders, en dat zij,
die den dijk rechtens moeten onderhouden, daartoe niet bij
machte zijn. Daarom stelt de graaf tot wederopzeggens een
college van commissarissen aan. bestaande uit den abt van
Middelburg, den heer van Veere, den rentmeester van Be-
westenschelde, Claes van Borselen, en den magistraat van
Middelburg, met opdracht de dijkage in stand te houden op
kosten van geheel Walcheren. Is de abt, de heer van Veere
of de rentmeester buitenslands of komt hunne opvatting niet
overeen met die van het Middelburgsche stadsbestuur, dan
is dit laatste gemachtigd om alleen op te treden. Wie zich
verzet tegen de te nemen maatregelen, zal tot nader order
worden gevangen gezet in 's graven steen te Middelburg.
Dit is onmiskenbaar het document, tevergeefs gezocht
door den heer De Waard, die het bestaan ervan zelfs in
twij fel trok.
Uit het stuk valt te leeren hoe gevaarlijk voor Walcheren
het ten opzichte van elke watering afzonderlijke beheer der
geldelijke zaken was. Dit leidde tot het instellen van een
college, gelijkelijk staande boven de staten van Walcheren,
die het geschot moesten vaststellen en omslaan, en boven de
technische besturen van dijkgraaf en gezworenen.
1) Zie den tekst in bijlage II.