5
wijde uitmonding der Arne en deel uitmaakte van die ,,over-
schoone Rêe", waarvan de schrijver op blz. 250 melding
maakt, meen ik te moeten betwijfelen. Ook de meening van
Van Wijn, dat de gronden, welke thans den Oranjepolder
uitmaken, in dien Arnemond zouden ontstaan zijn, is niet
aannemelijk want wat is toch het geval Bijna overal in het
ambacht Nieuwerkerke, evenals in den Oranjepolder, vindt
men veen. Daar dit veen volgens de geologen reeds in voor-
historischen tijd is gevormd, kan er dus op plaatsen, waar
dit thans nog gevonden wordt, b.v. in de lie of 12e eeuw,
geen diep water en derhalve ook geen scheepsreede zijn
geweest, en evenmin kunnen de gronden van den Oranje
polder dan ook in den Arnemond zijn ontstaan1).
Van af de monding der Arne dicht bij Arnemuiden noord-
westwaarts tot aan den Kleverskerkschen weg is aan de hand
van bovengenoemde kaart van J. van Deventer de loop der
Arne met hare dijken op het terrein nog bijna overal aan te
wijzen. Van af den Kleverskerkschen weg tot Middelburg is
dit echter niet meer het geval.
Door de vele veranderingen, die het terrein vlak bij en ten
oosten van de stad heeft ondergaan eerst door het graven
der z.g. Lange Haven, 15321535, waardoor die haven zich
aan de binnenhaven van Middelburg moest aansluiten dan
in 18151817 door het graven van de open haven naar
Wulpenburg bij Veere vervolgens door het leggen van den
spoorweg VlissingenRoosendaal in 18691871, waardoor
ook wêer een groot stuk van het Arneterrein langs de hof
steden Wijdau en Arnestein werd doorsneden en ten slotte
in verband met de aansluiting van het gegraven kanaal langs
Middelburg het meer noordelijk omleggen van een gedeelte
van de haven MiddelburgVeere bij de tegenwoordige meel
fabriek in 1870 is op het deel van het Arne-terrein van af
den Kleverskerkschen weg bij de dreef naar de hofstede
1) Zie o.a, Ir. F. J. Faber, Geologie van Nederland (1926), blz. 42
en volg. en Geschiedkundige atlas van Nederland door Dr. A. A. Beek
man, blz. 17 en volg.