10
steenen huis waar de tol geheven werd der zeeschepen, die
naar de alom vermaarde handelsplaats Middelburg opvoe
ren1). Wat verder ging vóór honderden jaren een rijk
geladen Spaansch schip te gronde. De overlevering kleurde
die gebeurtenis met haar tooverlicht en beuzelde van groote
schatten, aldaar begraven, en van dwaallichten, welke er in
't middernachtsuur rondzweefden.
Toen nu een jaar of twaalf geleden, voor de spoorweg
en kanaalwerken, de oude bochtige lang verlande haven weder
uitgegraven werd, zag ik wel de pikzwart geworden spanten
van een groot vaartuig opdelven, maar van kisten vol gouden
dubloenen, waarvan men gedroomd had, is niets voor den
dag gekomen, en sedert hebben de spoken niemand meer
verschrikt" 2
Hoewel de Arne in. 1535 bij het openen der nieuwe Lange
Haven bij de monding werd afgesloten, is zij in 1795 wêer
geopend geworden waardoor het zeewater landwaarts kon
binnendringen en daardoor in den Arnedijk een breuk kon
doen ontstaan.
Inderdaad is dit ook vrij kort na 1795 geschied, want bij
den watervloed van den Mden op den 15den Januari 1808 brak
de zuiddijk der Arne 's morgens ten vier ure bij hoogwater
door. Door deze dijkbreuk werd het terrein tusschen de Arne
en de Lange haven tot bij de Dampoort onder water gezet, een
oppervlakte van 260 morgen of 520 gemeten3).
Waarom de afsluitdijk der Arne in 1795 is door
gestoken is mij niet gebleken, maar dit is vermoedelijk
1) Uit de rekeningen der tollen blijkt wel, dat er omstreeks 1470 te
Middelburg een wacht was van den Zeeuwschen tol, maar of Arnestein
ooit een tolhuis is geweest, is onbekend.
2) Uit het Zeeuwsche Volksleven door F. Nagtglas, blz. 93. Middel
burg, J. C. en W. Altorffer, 1885.
3) S. van Hoek, beschrijving van den watervloed tusschen den 14en
en 15en Januari 1808, blz. 151. J. de Kanter, Natuur- en Geschiedkundige
beschrijving van den watervloed tusschen den 14den en 15en Januari 1808,
blz. 31.