13
worden gestremd, bij missive aan het gemeentebestuur dier
stad kennis worden gegeven, zonder resumtie". En op blz.
26 van hetzelfde notulenboek leest men ,,Door de heeren
Thesauriers zijnde gecommuniceerd, dat ingevolge het gere
solveerde ter gelegenheid van de doorbraak aan den dijk
van de Arne, bij den watervloed van den 15 Januari, den dam
tot het sluiten der Arne gelegd, geheel voltooid en het werk
afgemaakt was, zal aan de Staten van Walcheren hiervan,
in termen, ter materie dienende, bij missive kennis worden ge
geven, met vermelding van de medewerking van den heer
Kwartierdrost te Middelburg en van de hoffelijke behulp
zaamheid, door de opgezetenen aan den dag gelegd, om dit
werk te vervaardigen en verdere informatie, dat dit gedeelte
der waterkeeringen van dit eiland, alsnu weder gebracht
zijnde in den staat, waarin hetzelve is geweest voordat ten
jare 1792 lees 1795 door deze stad de mond van de
Arne is geopend geworden, de zorg, het onderhoud en op
zicht daarover evenals van ouds wederom aan de generale
Directie van de Staten van Walcheren zal incumbeeren".
Door dit werk werd de Arne met een kapitalen zeedijk bij
het Arnemuidsche gat afgesloten en het binnen dringen van
zeewater voor altijd belet.
Volgens den hiervoren genoemden schrijver I. Ehrlich zou
de aansluiting van de buiten-Arne met de binnenhaven der
stad veel noordelijker zijn geweest dan op de kaart van J. van
Deventer is aangewezen1). De oude Veersche weg zou de
noordelijke Arnedijk zijn geweest, terwijl de zuidelijke dijk
zou gelegen hebben daar, waar de tegenwoordige noorde
lijke kanaaldijk gevonden wordt. Blijkbaar heeft Ehrlich de
kaart van Van Deventer niet gekend, en dus ook niet geweten,
dat juist op de plaats, waar hij op zijn kaartje op het eind
van de voormalige lijnbaan ,,de Zwarte Kabel" bij de letter V
1) Ook Mr. J. Verheye van Citters was die meening toegedaan.
Zie zijne Vier verhandelingen over de Vroon-, Leen-, Hayman- en Vrij
landen in Zeeland, blz. 51, noot 4.