21 andere plaats tot die overdijking zou worden aangewezen en de voorgenomen dichting ,,in state en surcheange" zou wor den gehouden, tot partijen daarover zouden zijn gehoord1). Of toen de dwarsdam2) door de Arne gelegd is, welke later door Mr. Verheye van Citters in zijn verhandeling over Arne- stein als de grens tusschen de vóór en midden Arné werd aangemerkt, is mij niet gebleken. De Arne is in 1535 wel bij de monding afgedamd, maar denkelijk is toen in dien afsluit dijk een spuisluisje gelegd en de vóór-Arne als spuikom ge bruikt geworden 3 Op kaarten uit de 17e eeuw komt de bovenbedoelde dam echter niet voor. Betrekkelijk het hiervoren genoemde ..polderken in de oude haven", is nog het volgende te vermelden In het derde copulaatboek fol. 278 vindt men een octrooi tot bedijking van een schorretje, groot 10Yi gemeten, gelegen tusschen de haven van Middelburg en den dijk „alsoemen van Middelburch gaet naer Arnemeijden". Dit octrooi is van den volgenden inhoud4) Caerle bij der gratiën Godts gecooren Roomsch Coninck, toekomende Keiser, altijt vermeerder 's Reijck, Coninck van Castille etc., allen denghenen, die dezen onzen brieff zullen zijen, saluijt. Wij hebben ontfaen die ootmoedighe supplicatien van Wil lem de Meulenmeester, poorter ende inwonende van onser stede van Middelburch in Zeelant, inhoudende hoe dat hij suppliant, in pachte ende huijringe genomen heeft van deecken ende capittel van Sint-Pieterskercke binnen derselver stede als colateurs van eene capelrije, gefondeert binnen derselver kercke van Sint-Pieters ende van eenen Huijge Cornelis de Schoenmakere als vader ende momboir van Jan Hugheszoon, student in onsen universiteijt van Loeven, bezitter van der- zelver capelrije, een cleijn schorreken, de voors. capelrije toe- li De Stoppelaar, no. 1570, 1535/34, blz. 164, derde afdeeling. 2) Zie letter L. 3) Zie letter B1. 4) Rijksarchief in Zeeland, 3e copulaatboek, fol. 278.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1933 | | pagina 71