39 Uit bovenstaande zien wij dus, dat Arnestein in 1804 en nog in 1819 toebehoorde aan Jan Willem Schorer. In Zei. 111. Ie deel, blz. 655, vindt men de volgende eige naars van Arnestein vermeld. ,,In het midden der 17e eeuw was eigenaar Daniel Schorer, na wiens dood het gekocht werd in 1685 door Willem Schorer, waarna het, achtereenvolgens door aankoop van land telkens vergroot, is overgegaan op zijn zoon en kleinzoon, beiden Johan Guilielmus Schorer ge- heeten en vervolgens op zijn achterkleinzoon Jan Willem Schorer, die het naliet aan zijne beide dochters, Anna en Elisabeth Schorer. Bij uiterste wilsbeschikking van eerstge noemde, die het van hare zuster had geërfd, overgegaan aan de erfgenamen van Jhr, D. J. Schorer, is het bij scheiding toebedeeld aan Jhr. Mr. Johan Willem Meijnard Schorer, den tegenwoordigen eigenaar". Na het overlijden van Jhr, Mr. J. W. M. Schorer is eigenares geworden diens dochter Freule D. E. Schorer te 's Hage, door wie de hofstede thans nog wordt bezeten. Ten westen van Arnestein vindt men de hofstede Wijdau of Wiedau Mr. Verheije van Citters schreef ,,Wijd-auw" waarvan in het Rijks-archiefdepöt een paar kaarten be waard worden1), n.l. Ie. ,,Caarte en Meetinge van het huijs Wij-Dau, zooals hetzelve zigh bevond en door den gesworen Landmeter Steven Hoveijn opgenomen en op de kleine voet gesteld is ten jare 1709, gelegen in den Eylande van Wal cheren in Noord-monster, alstoen aankomende de Heer Mr. Leonardus Thijssen en nu toebehoorende aan Mevrouwe Magdalena Sara Hulsius, in huwelijk zijnde met den Heer en Mr. Jan Willem van Sonsbeeck, Scheepen en Raad en Pen sionaris der stad Vlissingen, etc. etc. De Freijtagh, Ingenr, Fecit A° 1763". Op de kaart eene opgave van de grootte der verschillende perceelen, in totaal Hemelsbreedte 26 gemeten 103 roeden en Bovensoevers 19 gemeten 290 roeden (Blooische maat?). 1) Inventaris Kaarten enz. door C. de Waard, nos. 532, 533.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1933 | | pagina 89