NIEUWE GEGEVENS
OVER HET BESTUUR VAN WALCHEREN
IN DEN LANDSHEERLIJKEN TIJD
DOOR
Mr. A. MEERKAMP VAN EMBDEN.
I.
Over de middeleeuwsche bestuursinstellingen van den polder
Walcheren is niet zoo heel veel bekend. En het valt moeilijk
de schaarsche fragmenten met elkander in verband te brengen.
Herhaaldelijk wordt in de literatuur geklaagd over de on
duidelijkheid en de onvolledigheid van het beeld, dat bij
bestudeering van die gegevens ontstaat.
Men weet, dat Walcheren op tweevoudige wijze werd
bestuurd, namelijk vanwege den landsheer en vanwege de
ingezetenen.
Walcheren bestond van ouds uit een aantal afzonderlijke
polders, die, behoudens enkele kleine onderdeelen, langzamer
hand zijn saamgegroeid tot vier gebieden, de Oostwatering,
de Zuidwatering, de Westwatering en de Vijf Ambachten.
Opperdijkgraaf over het geheele eiland was de rentmeester
van Bewestenschelde, een hooge grafelijke ambtenaar, als
vertegenwoordiger van den landsheer. De grafelijkheid ver
pandde het dijkgraafschap van de polders, later van de vier
groote wateringen. Op hunne beurt stelden de dijkgraven
1Het eerste hoofdstuk werd medegedeeld in de Algemeene ver
gadering van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen op den
10 Mei 1933.
Archief 1933
6