48
Om daer te mogen sien den naem van menich 'vrient.
Hierin laet dan de jeught verscheijde lieden schrijven,
Op dat van haere gunst veel teeckens mochten blijven
Verscheiden van dergelijke albums zijn, ook hier te lande,
bewaard gebleven. Dat van Hondius werd verkocht voor
140,en kwam in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel.
Het is de verdienste van den heer A. de Mul te Zaamslag,
dat hij de aandacht van het genootschapsbestuur op dit boek
vestigde, zoodat de middelen konden worden verschaft om
het te doen reproduceeren. Onzerzijds leek het gewenscht in
overleg met den heer De Mul de directeuren en leden nader
met deze aanwinst bekend te maken.
De heer De Mul gaf ons van het album de volgende be
schrijving
„Papier, in perkament gebonden. Hoogte 0.205 M„ Breedte
0,158 M. Het Album is een met wit doorschoten exemplaar
van Dionisii Lebei-Batillii „Emblemata" (gravures van J. J.
Boissard), Frankfort a/M, 1596 (zie afb. 1), waarbij nog
eenige bladen wit papier ingebonden zijn. Voorin een index
der bijdragen. Doorloopend zijn de bladen gefolieerd 1203.
Het album berust in de Koninklijke Biblotheek te Brussel en
is gemerkt Hs. II, 2254".
Voor de samenstelling der familie De Hondt brengt het al
bum niet zoo heel veel nieuws. Hondius blijkt nog een broeder
te hebben gehad, Johannes genaamd, die den 18 Januari 1588
in Duitschland overleed. Petrus wijdt een kort en voortreffelijk
gedicht „cineri docti juvenis Johannis Hondii, fratris mei ami-
cissimi, in Germania mortui". Hoe de familieverhouding was
tot Jodocus Hondius, staat niet volkomen vast (vgl. blz. 54,
no. 31
Wel komt eene belangrijke episode van Hondius' leven na
of tijdens zijn Leidschen studententijd scherp naar voren.
„Dat hij als student buitenslands verkeerd heeft", schrijft
Frederiks, „is ons van elders gebleken. In eene verkooping
van handschriften van Frederik Muller, 22 November 1882,