49 komt onder no. 332, op blz. 46 voor een Latijnsche brief van Petrus Hondius aan Prof. Merula, geschreven uit La Rochelle, in 1601." Uit het Album blijkt meer over deze reis naar het bekende bolwerk der Hugenoten in Frankrijk, dat eerst na Hondius' overlijden, nl. op den 28 October 1628, door Riche lieu werd veroverd. Philippus Lansbergius wijdt zijne Grieksche bijdrage in het Album, d.d. Goes, 29 Juli 1601, „praeclaro juveni Petro Hondio, iter in Gallias paranti De eerste inschrijving te La Rochelle is die van Nic. Ruyck- haver uit Haarlem, gedateerd 6 Augustus 1602. De meeste Rupellensische bijdragen, o.a. die van Edzard Rengers en Anselmus Bolle van Hamersveld, zijn van 1603. Hondius bezoekt Saumur aan de Loire, waar Philippe Duplessis-Mornay, bijgenaamd de Paus der Hugenoten, gouverneur van de stad, op 6 Juli 1603 den gast bedenkt met de spreuk Arte et Marte. In Juli en Augustus vertoeft Hondius nog te La Rochelle. Maar in de laatstgenoemde maand reist hij over Parijs naar het vaderland terug. Van 30 Augustus dateert de te Parijs geleverde bijdrage van Isaac Casaubonus, den beroemden philoloog. En op den 18 September is Hondius stellig weder te Leiden terug, want op dien dag schenkt hem daar Johan Casimir Junius een gedicht. Ook in Maart en April 1604 is hij nog of weder in de Sleutel stad. Den 26 April schrijft daar Jan Anton Santberg uit Vlissingen zijn gedicht „Petro Hondio, Leida abituro Het predikambt te Terneuzen wordt dan den 4 Juli aanvaard. In de Moffenschans ontvangt hij later, in Juli 1610, bezoek van J. Mignonnaeus en J. Gachotus, oude kennissen uit La Rochelle (zie nos. 40 en 81 alsmede afb. 3). Ook prins Maurits, Daniel Heinsius, zijn schoolmakker uit Vlissingen, en Jacob Cats hebben hem daar bezocht. Verreweg de meeste en belangwekkendste inschrijvingen echter dateeren uit de Leidsche studentenjaren, 15961601. Een overzicht van de inschrijvers kan op verschillende wijzen worden samengesteld. De tijdsorde der bijdragen laat zich tot richtsnoer nemen, men kan de namen alphabetiseeren of volgens de plaatsen der dateeringen groepsgewijs bijeen Archief 1934 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1934 | | pagina 111