64 karakteristiek handschrift. Deze gedichten geven natuurlijk een goeden kijk op Hondius gedachtenwereld. Doch het zou mijn bijdrage in het .Archief" stellig te veel doen üitdijen, indien ik mijn onderzoek ook tot deze materie uitstrekte en ik Hondius' parafrasen ging vergelijken met den tekst der Em blemata. Trouwens de andere gedeelten van 't Album Ami- corum zullen ons genoeg gelegenheid geven om 's mans dichttrant en geestesgesteldheid te leeren kennen. II. De onbedrukte, ingevoegde bladen, die het eigenlijke Album Amicorum uitmaken, waarop Hondius ook zelf nog heel veel heeft geschreven en gedicht (voornamelijk vriend schapsverzen en lijkzangen). Verder zijn deze bladen be schreven door oudere en jongere studievrienden van Hon dius, maar in hoofdzaak door allerlei geleerden van dien tijd. Men kan zien, dat het Hondius ten slotte vooral om beroemde namen te doen was. Hij nam zijn boek dan ook mede op al zijn studiereizen en we vinden er dus niet alleen bijdragen in uit zijn min of meer vaste woon plaatsen Vlissingen, Leiden en Terneuzen, maar ook uit de door studeerende theologen van dien tijd bezochte academie steden als Franeker, Parijs, Saumur en La Rochelle. Na den dood van Petrus Hondius (in 1621) is het Album waarschijnlijk in 't bezit gekomen van een neef Johannes Hondius (Petrus zelf had geen kinderen, hij is nooit getrouwd geweest), die aan 't begin van het Album op de bladzijden 12 en 3 een inhoudsregister heeft gemaakt of laten maken en aan het slot een paar geleibriefjes (voor zijn bagage als student) heeft ingeplakt, kleine vodjes papier, maar die hem blijkbaar dierbaar waren, daar zij de handteekeningen droegen van den toenmaligen rector magnificus der Leidsche Aca demie, Franco Burgersdicius en den secretaris van den Senaat Daniel Heynsius. Deze laatste toevoegingen zijn gedateerd 1630. Toen is het geheele album misschien gebonden. Ik zal nu eerst bespreken de gedichten van Hondius zelf op vrienden, vriendenclub, familie, dan die van de vrienden daarna zal ik de bijdragen der geleerden in hoofdzaak de revue laten passeeren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1934 | | pagina 132