67 velen. Het is beter één enkeling te beminnen dan door dui zend vrienden geringgeschat te worden geringgeschat te worden door één vriend is harder dan duizenden te ontberen. Alle liefde, die aan den allerhoogsten Gód is toegewijd, wordt steeds door wederkeerige liefde opgewogen. Wie deze bezit, door hem behoeft nooit iemands gunst te worden nagejaagd noch iemands wangunst te worden gevreesd. Een dergelijke levensles, waarschijnlijk eveneens bedoeld voor een vriendenboek, vinden we op blz. 22 een luisterrijken naam kan men van zijn ouders wel verwerven, maar zelf moet men zorgen voor zijn blijvende faam. lllustre nomen quisquis a parentibus Accepit, omne debet hoe parentibus. Virtute quisquis ipse nativa parat Famam perennem, debet hanc soli sibi. lllustre nomen attulit parens tibi Famam perennem tu tibi soli feres. 1 't Zou bijvoorbeeld best geschreven kunnen zijn voor één der zoons van Janus Dousa, over wie later meer. Ik sla blz. 7 nu voorloopig even over. Dan volgt op de pagg. 8, 9 en 10 Hondius' inwijdings gedicht van zijn album. Het opschrift luidt In Albi mei instaurationem festivus ludebam Petrus Hondius Flissinganus CIOIOXCIIX XIV Kal Novemb. Het jaartal is dus 1598 en de datum 19 Oct. Het heele gedicht bestaat uit 65 hexameters, waarop dan nog allerlei woordspel volgt met ..amore" en „amare". 1) Alwie een luisterrijken naam van zijn ouders ontvangen heeft, hij is dezen geheel verschuldigd aan zijn ouders. Alwie door zijn aan geboren voortreffelijkheid zichzelf een bestendige roem (faam) heeft verworven, is deze alleen aan zichzelf verschuldigd. Een luisterrijken naam heeft uw vader aangebracht; een bestendigen roem (faam) zult gij uzelf alleen aanbrengen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1934 | | pagina 135