VII den in de later te publiceeren lijst der aanwinsten vermeld. Bestuur en conservator zijn het eens over de wenschelijk- heid, de voorwerpen in de Steenenkamer door deskundigen te doen onderzoeken en publiceeren en de verzameling duide lijker en aantrekkelijker te doen opstellen. De afdeeling zou dan voor de geschiedenis van Zeeland meer nut afwerpen dan in den tegenwoordigen toestand. De Directeur van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden Dr. J. H. Holwerda heeft uitgebreide medewerking toegezegd om een reeds in 1926 in zijn museum door wijlen Dr. Remouchamps opgemaakt plan uit te voeren en heeft ons museum in September 1933 met zijn conservator Dr. C. Braat bezocht. Het plan is toen nader uitgewerkt en de gunstige regeling was verkregen, dat onderzoek, beschrijving en rangschikking van de verzameling vrijwel geen uitgaven van ons Genootschap zouden vorderen. Noodzakelijk waren echter herstellingen aan het glazen dak en verbetering van de betimmering met eenig schilderwerk. Hiervoor bleken ten slotte de gelden niet beschikbaar te zijn, zoodat het plan wederom uitgesteld werd. Het zonder draaischijf met de hand gevormde aardewerk uit de eerste eeuwen na Chr. wordt, in tegenstelling met ge- importeerde Romeinsche waar uit ongeveer dezelfde periode, Germaansch genoemd. Vergelijking van het schervenmateriaal in het bezit van ons museum en van den heer Hubregtse te Burgh heeft aangetoond, dat het Germaansche aardewerk van Walcheren en Noord-Beveland technisch verschilt van dat op Schouwen. Nader onderzoek is noodig om uit te maken, hoe dit plaatselijk verschil te interpreteeren is. Scherven van Germaansch aardewerk waren totnogtoe op Walcheren slechts aan het strand aangespoeld en door den golfslag afgesleten gevonden. Duidelijker en ook wegens de vindplaats merkwaardig zijn de Germaansche scherven, die de heer L. Slabber te Veere ons toezond hij trof deze aan in derrie 1.50 M. onder het maaiveld te Serooskerke. De een voudige versiering met lijnen of indruksels is hier goed be waard gebleven. Bij sommige is de oppervlakte glad gepolijst.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1934 | | pagina 13