73 En ook (gezegend de dagen), die hebben aangebracht ge zegende drempels. Alhoewel deze vijandig waren aan de zoete samenhuizing. Het uur, gedachtig aan onze bestendige vreugde. Legt de schuld op de ongunstige voorteekenen en (wel) de verbroken vriendentrouw Van één persoon, die loochende de gezegende banden En den goddelijken vrede van 3X3 kameraden. Door veel liefde bekend, maar ook door geringe trouw heeft deze (ééne) De vreugden der gezegende bondswet uiteengedreven. Men ziet in aansluiting bij de pijlbundel-teekening zin speelt het dichtstuk op een negental vrienden, van welke er één blijkbaar aan den vriendschapsband ontrouw is ge worden, misschien zich wel geheel onttrokken heeft aan den studenten-,,mos". Een felle toon neemt de dichter toch niet aan dat ligt öf aan Hondius' karakter öf is een gevolg van de moeilijke opgave. Dat van een vriendenclub er een enkele geheel uit de lijken slaat, is meer vertoond ik denk hier aan de Genestet's ge dicht, dat heel wat gemakkelijker te begrijpen is en aldus aanvangt Eenmaal had ik zeven vrinden, Bloemen in mijn levensgaard, Die ik tot een krans mocht winden Om mijn hoofd en om mijn haard. De Génestet fulmineert wel degelijk tegen den ontrouwen na de zes anderen geestig beschreven te hebben, richt hij zich als volgt tot den laatsten Maar kan ik zien noch luchten, Diepst gezonken Simia Al uw zeem'len, al uw zuchten, Al uw doen is laria, enz. 1) Bij „drempels" is misschien te denken aan toegangen tot het maatschappelijke leven, dus het einde van het samenwonen in een stu denten-tehuis.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1934 | | pagina 141