84 Men ziet de gedachtengang is dezelfde, die men in zoo vele lijkzangen van Hondius aantreft bij den dood keert de ziel terug tot het hemelsche vaderland men mag de hemel- sche zaligheid niet misgunnen aan den dierbaren overledene. De jeugdige leerlingen ter Latijnsche Schole werden al vroeg geoefend in het schrijven van Latijnsch proza en in het samenstellen van Latijnsche verzen. In de groote uitgave van al de werken van Christiaan Huygens (bezorgd door de „Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen" te Haar lem) treft men in het eerste deel ook Latijnsche Jeugdverzen aan van den toen 8- of 9-jarigen Chr. Huygens op den ge boortedag van zijn vader, den dichter Constantijn Huygens. Deze en dergelijke verzen zullen waarschijnlijk van te voren gecorrigeerd zijn door den huisgouverneur. Zoo iets kan bij 't bovengenoemde gedicht van Hondius ook hebben plaats ge vonden. Bekijkt men in het Album de bladzijde met dit vers nauwkeurig, dan ziet men, dat het bovenste (hier niet be sproken) gedeelte van het blad een opgeplakt papiertje is met een soort Latijnsche commentaar, o.a. op het sacrament van den Doop. Moest het echte bovenste foutieve gedeelte van het blad misschien bedekt worden Een tweede merkwaardig familie-papier uit het Album is een mooie wereldkaart, geteekend door Jodocus Hondius, den mede-uitgever van de Mercator-kaarten (zie afb. 4). De kaart is onderteekend Typus Orbis Terrarum Jodocus Hondius fecit 1589. Ze is wel is waar klein, maar men ziet, dat de toenmaals nieuwste ontdekkingen in Amerika goed zijn weergegeven. 't Is geen mercators-projectie, maar de teekenaar heeft zeer handig volgens het in moderne atlassen bekende systeem de Duitschland heeft, wat het u gegeven heeft, n.l. uw lichaam de hemel heeft, wat het gegeven had uw geheele persoonlijkheid ten slotte heeft Hij, die het geheel gegeven had.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1934 | | pagina 152