86
Eruditione et virtute praestanti iuveni
D. Petro Hondio Flissingano haec scripsi,
benevolentiae testandae causa,
Jodocus Hondius calcogr. 1
De wijze waarop de wereldkaart is gegeven, is zoo, dat
men de buiging, den bolvorm, althans van het noordelijk
halfrond, uitstekend kan zien.
De vraag rijst nog wanneer heeft Jodocus Hondius deze
teekening voor zijn neef Petrus vervaardigd
Op de kaart staat Jod. Hondius fecit 1589. Is de geheele
bladzijde toen ook geschreven, dan heeft Jodocus zijn bijdrage
dus geleverd aan zijn 10-jarigen neef. Maar toen bestond het
Album Amicorum nog niet. Trouwens bij het juist hiervoor
besproken lijkdicht is hetzelfde „anachronisme" vast te stellen.
Men dient wel aan te nemen, dat Petrus Hondius al lang vóór
hij „Lebei Emblemata" verwierf en vóór hij zijn Inwijdings
gedicht op zijn Album vervaardigde, allerlei losbladige bij
dragen had verzameld, die hij later tusschen de Emblemata
invoegde.
Indien we nu afscheid nemen van studievrienden en familie
en overgaan tot de geleerden, die hier te lande en in Frankrijk
hun bijdragen in het album hebben gegeven, dan kunnen we
't best beginnen met de wellicht alleroudste bijdrage, die van
Hondius' Zeeuwschen leermeester Janus Belosius, van wien
Hondius een schriftuur zorgvuldig bewaard heeft, dat hij
waarschijnlijk later, toen hij zijn Album ging aanleggen, heeft
ingeplakt. Het in te plakken papier was te breed voor het
album daarom heeft hij het overdwars moeten aanbrengen.
Het blad, gedateerd 1589 (toen Petrus Hondius dus 11 jaar
oud was), begint met een citaat uit den practisch nuchteren
moralist der 6e eeuw v. C. Theognis (in onze moderne uit
gaven vs 111 en 112).
1Voor den in ontwikkeling en deugd voortreffelijken jongeling, den
heer Petrus Hondius van Vlissingen heb ik dit geschreven om mijn wel
willendheid te betuigen. Jodocus Hondius, kopergraveur.