IX
de grens van de gemeente Aagtekerke, in den boomgaard
van den heer Verhage zijn gevonden een waterput ge
metseld uit baksteenen van 26 c.M. lang, een groot aantal
scherven, die op de 15e eeuw schijnen te wijzen en een gave
Jacobakan, die niet in ons bezit kwam. De vondsten op deze
plaats zijn opmerkelijk, daar in deze omgeving noch tegen
woordig, noch op oude kaarten een hofstede of ander gebouw
voorkomt.
Bij het leggen van de fundeering voor de nieuwe Sint-
Willibrordus-kapel te Domburg werd aangetroffen een oud,
precies Noord-Zuid georiënteerd fundament met daarnaast
een stukje wit bepleisterd halfsteensgewelf. De onderkant
van dit oude fundament ligt 2.35 M. onder den bovenkant
van den vloer van de nieuwe kapel. In de buurt lagen scher
ven van 1600 of later. Het onderzoek van den architect
Ir. J. van Velsen en den conservator in het terrein en op
kaarten in het Rijksarchief te Middelburg heeft de betee-
kenis van een en ander niet opgehelderd.
Zooals men ziet, leveren deze Domburgsche vondsten slechts
losse gegevens het zou voorbarig zijn hieruit nu reeds con
clusies te trekken over de topographie van Domburg in de
Middeleeuwen.
Een klein „wafelijzer" met getordeerden steel, eertijds aan
het strand te Domburg gevonden, en door mejuffrouw
M. G. A. de Man aan ons museum geschonken, is volgens
mondelinge mededeeling van Prof. Dr. W. Vogelsang te
Utrecht waarschijnlijk de helft van een hostie-ijzer uit het
einde der 15e of begin der 16e eeuw, van inheemsch of
Engelsch maaksel. Dit instrument moet dus gevoegd worden
bij een aantal voorwerpen, die betrekking hebben op den
katholieken eeredienst in Zeeland vóór de hervorming deze
zijn nu op verschillende plaatsen in ons museum verspreid
tentoongesteld, doch verdienen tot een groep vereenigd te
Worden.
De verschillende soorten aardewerk, die men in Zeeland