90 Een zoon van dezen Raphelengius, waarschijnlijk studie makker van Hondius, heeft (op p. 197) later in 1599 uit dank baarheid voor dezen lijkzang op zijn vader een kleine vergel ding (hostimentum) gebracht aan Hondius in den vorm van een zesregelig gedicht van afwisselend hexameters en jam bische senarii, een dichttrant, die een enkele maal ook bij Horatius voorkomt. De geheele inscriptie luidt Ornatissimo Domino Petro Hondio Flissingano Gratitudinis monumentum scribo Conspicienda tui posuisti hoe inclyta libro Monumenta amoris in patrem, heu, quondam meum. Haec hostimenti contra tibi filius ergo, Nee patre pono digna, nee tuo libro. Ille autem tribuet, si quid peccaro, dolori. Tu nostrum amorem sume versuum vicem. MEMNHCO OOYPIAOC AAKHC1) XVI Iunij 99. Dan volgt een werkelijke handteekening met zeer fijne lij nen getrokken trouwens 't geheel is met een fijne pen ge schreven. De voorletters van den zoon zijn niet goed te ontcijferen: maar de index vóór in 't Album geeft FF.2) 1Aan den hooggeachten Heer Petrus Hondius van Vlissingen schrijf ik een gedenkteeken van dankbaarheid. In dit boek hebt gij als een bewonderenswaardig iets gesteld een beroemd gedenkteeken van uw liefde eertijds, ach, jegens mijn vader. Hiertegenover stel ik, de zoon. bij wijze van vergelding, voor u dit. wat noch mijn Vader waardig is noch uw boek waardig. Hij echter zal mijn tekortkoming wel toeschrijven aan mijn smart. En gij. neem in stee van verzen mijn liefde aan. Het Grieksch dat volgt is een bekend citaat, dat herhaaldelijk in de Ilias van Homerus voorkomt, een woord, waarmede de helden werden aangespoord Herinner U uw onstuimige weerkracht." 2) Waarschijnlijk aan dezen Raphelengius is gericht een Latijnschen brief door Hondius later van uit Neuzen geschreven (Clarissimo viro Raphelengio, Leydam) ter begeleiding van zijn Hollandsch gedicht (poe- matium meum belgicum) wellicht zijn ..Moufeschans". Van dezen Latijn schen brief en eenige andere handschriften van Hondius is mij op mijn verzoek een afschrift toegezonden door de bereidwillige zorg van Dr. A. Vollgraff te Leiden. AI die schrifturen, hoe belangwekkend op zichzelf, hier opnemen zou ons te ver afvoeren van ons Album. Van een enkel gedicht en een enkelen brief maak ik later nog melding.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1934 | | pagina 160