106
spelingen van Hondius met „diligere" en veile" geestig na
bootsend, luiden (p. 14)
Natura ab omni id comparatum est tempore,
Laudare quem vis, ut libenter diligas
Laudari ab illo veile te, quem diligis.
[D.w.z.
Van overoud is 't door Natuur zóó ingesteld
Dat men 't volgaarne mint te prijzen, wien men wil.
Doch zelf geprezen zijn slechts wil door wien men mint1
En, merkwaardig, geheel onder aan de pagina verschijnt
weer het Vergiliaansche citaat
„Fuimus Troes",
dat men dus als Scaligers lijfspreuk zou mogen beschouwen.
Ik mag mijn speurtocht door de bladen van het Album
niet te ver meer uitstrekken. Nog even wil ik stilstaan bij
eenige van Hondius' bezoeken aan bekende personen. Waar
schijnlijk heeft Hondius door zijn relatie met den geograaf
Jodocus Hondius Plancius bezocht, den bekenden Amster-
damschen predikant, die zich zooveel moeite heeft gegeven
om ontdekkingsreizen te bevorderen. Plancius heeft in dui
delijk Hebreeuwsch gepuncteerd schrift bovenaan zijn pa
gina geschreven ,.De Vreeze des Heeren is het begin der
Wijsheid," gevolgd door het Nieuw-Testamentische citaat in
't Grieksch ,.De vroomheid is tot alles nuttig."
1Het Latijn van Scaliger is hier zoo wonderlijk, dat ik daaromtrent
ook de meening vroeg van prof. Wag en voort te Utrecht, die zoo wel
willend is geweest zijn gedachten er over te laten gaan. Voor het
verkrijgen van een dragelijken zin zou deze een conjectuur willen maken.
..Intusschen (zoo schrijft prof. W. me) vroeg ik het oordeel van mijn
oud-leermeester Damsté. Prof. D. meent, dat men construeeren moet
comparatum est, ut libenter diligas laudare quem vis ,,het is zoo ingericht,
dat men gaarne pleegt te prijzen, wien men wil". De gewrongenheid zit
dan daar in, 1° dat comparatum est op tweeërlei wijze geconstrueerd is,
eerst met ut en dan met acc. c. inf. (het eerste is het meest gewone)
2° dat diligere eerst gebruikt wordt in den zin van „plegen" en dan van
„liefhebben". Maar ik weet ook niets beters."
Ik heb, dankbaar gebruik makend van prof. Damsté's interpretatie en
prof. Wagenvoorts toelichting, de gewrongenheid van den tekst nu maar
beschouwd als een staaltje van Scaligers ironie.