XIII
gestelt in handen van Burghemeesters ende Thresaurieren
omme te vigileren tot conservatie van onse inwoonders ende
pottebackers neringhe, daer nae is goetgevonden te rescriberen
aen de magistraet van Bergen ende haer toe senden copie
vant accoort.
7 Augustus 1650.
Matthijs Huijbrechsen pottebacker versouckt dattet roodt
aerdewerck niet meer van buijten soude mogen inkomen, voor-
naemelijck van Bergen op Zoom is goetgevonden aen de
Heeren van Bergen op Zoom te schrijven, dat haer Edele
gelieven de potaerde te laeten volgen, ofte dat men alhier sal
verbieden alle aerdewerck, van daer hier comende.
22 Augustus 1650.
Mattheus Huijbrechsen, pottebacker binnen dese stadt, ver
souckt dat van nu voortaen geen root aerdewerck van buijten
in de Stadt soude mogen werden gebracht, nocht vercocht
waerop sijnde gelesen de keure van de Stadt van den Briele
als oock het gedaene verbodt bij de Stadt Bergen op Zoom
van geene podtaerde te laeten uutvoeren, wert den Suppliant
syn versouck toegestaen, mits dat hij hem sal reguleren, nae
den prijs als voor desen, ende de burgers niet overschatten
noch meer als voor desen affnemen ende soo wije root aerde
werck van buijten inbrenckt, sal verbeuren voor de eerste
reijse de potten, voor de tweede reijse de potten ende vijff
pont swarten, voor de derde reijse de potten ende thien pont
swarten.
17 Augustus 1665.
Aenlangende het versoeck van Maerten Dierickse Verckema,
tenderende om aerde-werck van buijten binnen dese stadt te
mogen inbrengen, is goetgevonden en verstaen tselve te stellen
in handen van burgemeesters en thesaurieren ad exami-
nandum.
18 Augustus 1665.
Eerstelijck op de requeste, ingegeven bij Maerten Dierickse,
om vreemt aerde-werck van ter Gouwe alhier binnen de stadt
te mogen inbrengen (alvoorens hebbende geexamineert het
octroij, aen de pottebacker deser stede vergunt) dat gevoech-