XXVI
aanbieden tot het bereiken van de noodige specialisten. Ik
voel mijzelf daar niet zeker genoeg voor. Ook de inventarisatie
wil ik gaarne op mij nemen, als U tenminste wilt toestaan,
dat behalve voor Uw bibliotheek, er een gemaakt wordt voor
die der Botanische vereeniging en een voor mijzelf. Kosten
zijn aan een en ander haast niet verbonden. Slechts wat
vrachtkosten, eenig papier, wat naphtaline, een stempeltje
ter etiketteering en zoo een bedrag dus van enkele guldens,
maximaal 10. Alleen kan ik op het oogenblik niet verzekeren
gelegenheid te hebben voor het vasthechten der planten op
het papier.
Nogmaals herhaald, deze moeilijkheden ondervangt U door
het heele herbarium aan de Botanische Vereeniging te schen
ken daar zijn de Zeeuwsche planten even welkom als die
uit andere provincies ze worden er uitnemend verzorgd
en ook geraadpleegd".
Het bestuur heeft de hulp van den heer Sloff dankbaar
aanvaard en zich voorts bereid verklaard te zijner tijd de
niet-Nederlandsche planten te schenken aan het Rijksher
barium te Leiden en de wel-Nederlandsche doch niet-Zeeuw-
sche aan de Nederlandsche Botanische vereeniging. Ver
vreemding van het beheele herbarium leek minder gewenscht.
De Zeeuwsche planten zullen dus na de reorganisatie in het
museum terugkeeren en daar bewaard blijven.
De commissie voor Zeeuwsche folklore deelt
mede
..Bij het einde van het jaar was de samenstelling der Com
missie als volgt Dr. J. de Hullu en Dr. W. S. Unger, leden
J. Kreune, Secretaris-penningmeester.
In 1933 werden geen aanwinsten verkregen.
Bijlage I vermeldt de namen der donateurs.
In bijlage II zijn de namen vermeld van de correspon-
deerende leden".
BIJLAGE I
tot het verslag der Commissie voor Zeeuwsche Folklore.