II
te Nieuw-en-Sint-Joosland als conservator zal optreden. Ten
behoeve van eene nieuwe ordening en beschrijving van het
Herbarium werd vriendelijk hulp toegezegd door den heer
J. G. Sloff te Bergen-op-Zoom.
Voor den trouwen bewaker van het museum, den heer
N. Schoolmeester, sloeg in het afgeloopen jaar het uur van
scheiden. Met ingang van 1 April 1934 vroeg hij eervol
ontslag, wat hem ook is verleend. Gedurende 31 jaar heeft
de afgetreden concierge, bijgestaan door zijne wakkere gade,
met toewijding, kennis en opgewektheid zijne taak vervuld.
Niet alleen het bestuur, de conservatoren, directeuren en
leden van het genootschap zijn hem tot dankbaarheid ver
plicht maar ook de talrijke bezoekers van het museum, die
hij van pittige en zaakkundige voorlichting diende, zullen hem
niet licht vergeten. Schoolmeester had hart voor de aan zijne
zorg toevertrouwde verzamelingen, getuigen ook de vele ge
schenken, die hij in den loop der jaren ter plaatsing heeft
aangeboden. Zijne functie werd overgenomen door den heer
W. van den Driest.
Het bestuur werd uitgenoodigd tot de viering van het
75-jarig bestaan van het Koninklijk Oudheidkundig Genoot
schap te Amsterdam en van het 50-jarig bestaan der Elisha
Mitchel Scientific Society te Chapel Hill, N.C. Aan de be
sturen der beide bevriende instellingen zijn gelukwenschen
gezonden.
Ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan van den Neder-
landschen Oudheidkundigen Bond op 20 Januari 1933 werd
het bestuur gelukgewenscht en ook Dr. J. Kalf, directeur van
het Rijksbureau voor de monumentenzorg te 's-Gravenhage,
aan wien de genoemde Bond op denzelfden dag den gouden
eerepenning uitreikte, ontving eene felicitatie, gelijk de heer
A. Staverman te Vlissingen bij zijn zilveren arts-jubileum
op 9 December 1933.
Bijdragen werden toegekend aan de Commissie Neder-
land-Curagao 16341934, en aan het Comité Gedenkteeken
,,Buijs Ballot".
Het Poppenmuseum te Neustadt bij Coburg verleende aan